vrijdag 29 april 2011

Alex Mitchell - Meiden in de moestuin. Zelf fruit en groente kweken zonder al te vieze handen

De gummilaarzen met madeliefjes op de cover van dit boek geven het al aan: meiden mogen best wel vrouwelijk tuinieren en zich afvragen of de worteltjes wel bij hun schoenen passen. In dit heerlijke boekje geeft Alex Mitchell alle mannen lik op stuk die omtrekken van spades, schoffels en tuinvorken op de muren van hun tuinschuurtje tekenen zodat ze hun enorme hoeveelheid gereedschap netjes kunnen opbergen. Volgens Mitchell doen ze dat doelbewust om vrouwen te laten denken dat tuinieren moeilijk is, zodat zij de mannen niet storen als die zich terugtrekken in hun schuurtjes. Tijd dus voor een vrouwelijk tegenoffensief!

Met de adviezen, tips en trucjes uit Meiden in de moestuin, loop je zeker geen rugpijn op en als je je met roze afgewerkte suède tuinhandschoenen draagt, blijven je nagels schoon. Dit boek is zeker geen handboek voor de aanleg van een superdeluxe uitgebreide moestuin, maar focust eerder op het kweken van groenten en fruit in potten, zaaibakken en kleine perkjes en brengt zo het platteland binnen in de stad, op het balkon of op de vensterbank. De belangrijkste doelstelling is immers om dagelijks enkele blaadjes sla te plukken, enkele radijzen of een paar kerstomaten te oogsten, of je eigen knoflook bij de hand te hebben. Immers, de tuin moet eetbaar zijn. De makkelijke recepten in dit boek geven de lezer instant suggesties voor ongecompliceerde gerechtjes zoals een Griekse salade, een aardbeiensmoothie, bruschetta of tzatziki.

Alex Mitchell verhuisde zelf van een piepklein appartementje naar een iets groter appartement en ten slotte naar een huisje met een tuintje. Alle tips om op een kleine oppervlakte en met beperkte middelen verse groenten, fruit, kruiden en eetbare bloemen te kweken zijn gebaseerd op haar eigen ervaringen waarover ze ook schrijft in de Britse krant The Sunday Telegraph. In dit boek ordent ze een veertigtal soorten volgens de seizoenen en geeft ze telkens aan wanneer en hoe er moet gezaaid of geplant worden. Die informatie geeft ze zowel voor het opkweken in potten als in de volle grond. Een indicatie van moeilijkheidsgraad en een de benodigde tijd om het klusje te klaren maken het mogelijk om het tuinwerk te plannen tussen het einde van de werkdag en de start van je SH'BAM-workout.

Om de mannen in de tuin te verslaan trekt Mitchell een hele trukendoos open. Om de indruk te wekken dat je al jaren tuiniert, kan je bijvoorbeeld nieuwe terracotta potten laten verweren door er yoghurt op te smeren; dit bevordert mosvorming en niemand zal vermoeden dat je ze niet al jaren in gebruik hebt.

Het boek sluit af met een hoofdstukje over het ontvangen van gasten bij een buitenfeestje met enkele recepten voor zomerse cocktails, een overzicht van ongedierte en hoe die te bestrijden in een biologische tuin, een aantal handige adressen in Nederland en een index. Veruit de meest hilarische tip bij het bestrijden van ongedierte in de tuin is die over de aardvlo die de rucola aanvreet. Mitchells oplossing bestaat erin... geen rucola te planten. Superpragmatisch is ze dan weer in haar advies wat je moet doen als je na tien jaar verzorging van je boompje eindelijk een citroen kan oogsten: huppakee in de gin-tonic. Want meiden die tuinieren houden graag tijd over voor de belangrijke dingen in het leven. Met dit boek kan het.

[Edward Vanhoutte]



Titel: Meiden in de moestuin. Zelf fruit en groente kweken zonder al te vieze handen
Auteur: Alex Mitchell
Uitgeverij: Kosmos Uitgevers
Jaar: 2011
Collatie: 144 pp. – ill.
ISBN: 978-90-215-4862-3
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II
Oorspronkelijke titel: The Girl's Guide to Growing Your Own (New Holland Publishers, 2009)



Ook in het digitale maandblad Smultuin, mei 2011.

woensdag 27 april 2011

Pascale Boinem - Crème de la crème. Wittamer. 100 jaar zalig zoet

Begonnen als een kleine wijkbakkerij aan de Grote Zavel van Brussel is Wittamer uitgegroeid tot een van de grootste en tevens beste patissiers van het land. Terwijl de klandizie vroeger bestond uit cafégangers, antiekkramers en kunstenaars, plaatsen tegenwoordig zowel het koninklijk paleis als de pauselijke kringen hun bestelling voor monumentale pièce montées. Inmiddels is er niet alleen brood en gebak in de patisserie voorhanden, ’s middags is het er evengoed aanschuiven voor verse quiches, soufflés en belegde broodjes. Wie het uitgebreider wenst, kan terecht in het restaurant Wittamer Café.

Met de publicatie van Crème de la crème wil Lannoo het banketerfgoed in de kijker plaatsen. In 2010 vierde Wittamer immers zijn honderdjarig bestaan, een loopbaan verspreid over vier generaties.

In het boek zelf komen er dertig bakkersrecepten aan bod, maar de klemtoon ligt vooral op de petite histoire, die in dit geval redelijk breed uitvalt. Pascale Boinem heeft als tekstschrijver een opmerkelijk goede beurt gemaakt. Hoewel zij een professionele koorzangeres is, en een diploma in de religieuze wetenschappen heeft behaald, verzorgt zij met verve de public relations van de Wittamers. De vormgeving is ook bijzonder geslaagd, zinnen worden soms over de hele bladspiegel opengetrokken, zodat het geheel een poëtisch-experimentele stijl krijgt. Daarnaast worden er tussen de tekstjes ook bijzonder stijlvolle en tijdloze foto’s ingeschoven.

Terug naar het familieverhaal. Henri I en Marie zijn de oprichters van Wittamer: zeven dagen per week gedurende veertien uur per dag werkten zij zich uit de naad. Staand eten was geen uitzondering. Hun zoon, Henri II, focuste zich minder op brood, maar des te meer op management en de afwikkeling van bestellingen. Diens vrouw, Yvonne, richtte zich op gebak. De nieuwe focus en de uitbreiding van het gamma, zorgden ervoor dat er opnieuw geïnvesteerd kon worden in betere apparatuur: zo werden er ovens, ijsmachines, koelkasten en uitroltafels aangeschaft. Mede doordat andere Brusselse banketbakkers geen directe opvolgers hadden, kon Wittamer uitgroeien tot de absolute wereldtop. En ook hier konden de opdringerige Japanners niet achterblijven. Inmiddels zijn er al 15 verschillende franchisements in Japan. Met de derde generatie, geleid door broer Paul en zus Myriam, is er een heroriëntering doorgevoerd. Paul heeft de chocoladelijn verder uitgewerkt, Myriam zorgt voor de co-branding met verschillende andere merken en producten. Haar belangrijkste ingreep is het vernieuwde logo: zij heeft voor het gewaagde fuschia geopteerd. Tevens zorgde zij voor de uitbouw van de Wittamerlijn op het gebied van mode en design. Myriam is ervoor verantwoordelijk dat de typische Louis Vuitton-pump (inclusief dambordpatroon) in een chocolade versie te verkrijgen is. Uit de juwelencollectie van Diane von Furstenberg, koos ze een opvallende armband, die ze tot een lekker chocolade juweel liet omtoveren.

De dertig recepten zijn zo foutloos dat ze de perfectie benaderen. De creaties vertonen vaak een combinatie van een erg klassieke basis met een moderne afwerking. Nadeel is wel dat je, naast de gespecialiseerde apparatuur, al enige ervaring vergaard moet hebben voor je aan de slag kan met Crème de la crème. Het temperen van chocolade mag je bijvoorbeeld niet onbekend in de oren klinken, en je spant ook maar beter de kroon bij het vervaardigen van gebak. De perfectie is anderzijds alleen maar benaderbaar indien je tot op de graad afbakt en tot op de gram afweegt. Patisserie is exacte wetenschap. Een andere waarheid die staat als een huis; een taart die buitenaards lekker smaakt, bevat heel veel calorieën. Hier is dat niet anders. Er worden 12 dooiers per liter melk gebruikt. Dat is veel, 8 dooiers hadden in dit geval volstaan. Maar ik ben ervan overtuigd dat de 12 dooiers een bewuste keuze zijn. En of dat een verschil maakt. Proef zelf maar eens van de citroentaart met meringue, de miroir cassis, de Sambataart en de croquembouche.

De opvolging is verzekerd met de kleinkinderen van Paul: Joy en Raphaël. Hopen dat zij het entrepreneurschap verder zetten. En hopen dat mijn lichaam het tegen dan nog kan permitteren om zich aan deze zoete zonde te vergrijpen.

[Femke Vandevelde]


Titel: Crème de la crème. Wittamer. 100 jaar zalig zoet
Tekst: Pascale Boinem
Fotografie: Xavier Harcq
Uitgeverij: Lannoo
Jaar: 2010
Collatie: 143 pp. – ill.
ISBN: 978-90-2099-355-4
Kwalitatieve beoordeling: *****
Moeilijkheidsgraad: III

maandag 25 april 2011

José Maréchal - Heerlijke Hapjes voor elk moment

Wie op zoek gaat naar recepten voor verrines, lepelhapjes, terrines of kleine cocottes komt onvermijdelijk terecht bij de kookboeken en -boekjes van de Parijse chef José Maréchal. In dit boekje krijgt de lezer een overzicht van wat de chef allemaal op de hapjeskaart heeft staan. Kleine gerechtjes voor elk moment van de dag en voor bij elke maaltijd: muffins met bosvruchten voor ontbijt, Parmezaanhoorntjes met verse kruiden als tussendoortje, een mini vispannetje voor bij het aperitief, miniterrines met konijnenlever en zwarte bessen en salie bij de brunch, marshmallows bij de thee, sardinerolletjes als voorgerecht, of Luikse koffie met amaretto bij de koffie.

Een kookboek is natuurlijk maar zo goed als de recepten die erin staan, en in het geval dat het om een vertaling gaat is die ook doorslaggevend voor de kwaliteit van het boek. Over het algemeen is de vertaling uit het Frans keurig, maar wel specifiek op de Nederlandse markt gericht; fromage blanc heet bij ons gewoon plattekaas en ik kan me moeilijk inbeelden dat Maréchal in zijn garnalenkroketjes (hier garnalenbitterballen genoemd) specifiek Hollandse garnalen verwerkt. De kaashapjes bij het ontbijt bereidt Maréchal op basis van Faisselle, waarvoor de vertaler geen alternatief biedt. Wij hebben natuurlijk de Beerselse mandjeskaas.

Maréchal presenteert hier goed uitvoerbare recepten voor een vijfendertigtal gerechten die mooi in beeld werden gebracht door Charlotte Lascève. Bij elk recept worden de hoeveelheden en de bereidingstijden vermeld. Een inhoudsopgave vooraan houdt het lekker overzichtelijk. Een mooie aanwinst in de reeks Creatief Culinair van Good Cook Publishing.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Heerlijke Hapjes voor elk moment
Auteur: José Maréchal
Fotografie: Charlotte Lascève
Uitgeverij: Good Cook Publishing
Jaar: 2010
Collatie: 74 pp. – ill.
ISBN: 978-90-7319-190-7
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II
Oorspronkelijke titel: Mini délices à toute heure (Hachette Livre – Marabout, 2009)

woensdag 20 april 2011

Nadia Arumugam - Roerbakken. Knapperig & supersnel

Wie zin heeft in een potje wokken heeft met dit boek een leuk en handig gidsje gevonden. Na een inleiding van amper één bladzijde steekt Arumugam de brander onder de wok en houdt het vuur zevenentwintig recepten lang brandend. Wokgerechten met noedels en rijst, groenten, vlees, gevogelte en zeebanket passeren de revue en worden netjes in beeld gebracht door Richard Jung. Niks spectaculairs, wel degelijk, goed uitvoerbare gerechten uit de Oosterse keukens: klassiekers als kip pad Thai en rundvlees chow mein; eigentijdse varianten op de klassieke Chinese krokant gebakken eend of het vette zoetzure varkensvlees van de afhaalchinees.

Alhoewel roerbakken een populaire manier is om snel een lekkere eenpansgerecht op tafel te zetten, vergen de recepten uit dit boek heel wat (exotische) ingrediënten. Voor de Thaise, Chinese, Vietnamese, Japanse of Laotiaanse ingrediënten moet je dus wel even naar een Aziatische supermarkt – of het internet op. Omdat er ook altijd met kraakverse producten wordt gewerkt moet je sowieso je huis uit. De gerechten uit dit boekje zijn dus iets heel anders dan het snel door elkaar husselen van koelkastresten wat wel eens voor wokken of roerbakken wordt aangezien. Het supersnelle karakter van het roerbakken wat in de titel van dit boekje wordt aangeprezen, heeft dus alleen betrekking op de bereidingswijze en niet op de totale tijdsinvestering die een roerbakgerecht vergt. Toch iets om rekening mee te houden bij de volgende spontaan opborrelende drang om een wokje te zetten.

[Edward Vanhoutte]



Titel: Roerbakken. Knapperig & supersnel
Auteur: Nadia Arumugam
Fotografie: Richard Jung
Uitgeverij: Good Cook Publishing
Jaar: 2010
Collatie: 64 pp. – ill.
ISBN: 978-90-7319-188-4
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 18 april 2011

Stefaan Van Volcem - Lek me liptje. Brugge kookt 100 recepten

De Brugse uitspraak 't' is van lek me liptje' kan je in het Nederlands moeilijk vertalen, tenzij door 'het is ongelofelijk lekker' en 'dat smaakt naar meer' samen. Het dialect heeft nu eenmaal het voorrecht de taal van het volk en de buik te zijn waarin informatie en emotie elkaar ontmoeten. Geen betere titel dus voor een boek dat een staalkaart en een momentopname wil bieden van de gastronomische rijkdom van de stad Brugge.

Voor dit boek interviewde journalist Stefaan Van Volcem de zaakvoerders van vijfentwintig culinaire spelers die in Brugge gevestigd zijn. De sterrenchefs Geert Van Hecke (De Karmeliet) en Philippe Serruys (Den Gouden Harynck) zijn de respectieve opener en afsluiter van dit boek. Ergens net niet in het midden mag Patrick Devos (Restaurant Patrick Devos) zijn liefde voor de op wijn gebaseerde biologische keuken verkondigen. In het tweede deel van het boek worden achtereenvolgens de restaurants Nora Thai, 't Pakhuis, Ryad en Tanuki voorgesteld, wat voor een onevenwicht in het boek zorgt. De overige achttien reportages zijn gewijd aan producenten en leveranciers van gastronomische topproducten: brouwer Xavier Vanneste van brouwerij De Halve Maan, bijvoorbeeld, die op zijn eentje verantwoordelijk is voor de heropstanding van deze traditionele huisbrouwerij en hoge ogen gooit met de Brugse Zot en de gerevitaliseerde Straffe Hendrik. Of de immer goedlachse vader en zoon Deldycke van het gelijknamige cateringbedrijf annex delicatessenwinkel uit de Wollestraat, zonder meer dé Brugse referentie. En natuurlijk slagerij Freyne die in de Predikherenstraat de derde generatie slagers achter zijn toog en in het atelier staan heeft en die nog heel wat charcuterie uit eigen atelier verkoopt. Verder kaasmeester Carl Top, koekjesbakkers Deman, confiserie Zucchero, vishandel Den Gouden Karpel, poelier Derycke, koffiebranderij Javana, oliespecialist Jan Demonie van De Olijfboom en ga zo maar door.

Elk van de vijfentwintig zaken krijgt een fotospread over twee pagina's een inleidingetje op één pagina en een pagina reportage gevolgd door twee pagina's waarop vier recepten staan. Vandaar de ondertitel 'Brugge kookt 100 recepten' – volgens de inleidende burgervader Patrick Moenaert 'Brugge kookt 100 gerechten', wat logischer klinkt. Hier had een redacteur toch moeten ingrijpen. Ook de teksten hadden kunnen profiteren van een coördinerende eindredactie. Niet dat Stefaan Van Volcem niet vlot schrijft, maar het blijft allemaal toch een beetje teveel West-Vlaamse journalistiek met zinswendingen als 'Mensen kunnen ons als het ware ook boeken om bij hen thuis een barbecue voor een groep familieleden en kennissen te verzorgen.' Hoezo 'als het ware'? Kan je slager Freyne nu boeken voor een barbecue of niet? En van weetjes als 'Door een dagschotel in de microgolf te steken, spaar je veel tijd uit' wordt een mens ook niet veel wijzer dan hij al is. Waar Van Volcem uit Serruys' mond optekent dat hij producten moet torrifiëren, trekt de gemiddelde lezer de wenkbrauwen op. Enfin, het had allemaal wat evenwichtiger en meer gecoördineerd gemogen. De reportages zelf zijn soms erg verschillend in lengte wat voor een onrustige bladspiegel zorgt, vooral in combinatie met het ongelukkig gekozen lettertype dat op het spierwitte en hoogglanzend papier voor een lastige lectuur zorgt. Ook over de vormgeving ben ik niet wild.

Toch is Lek me liptje de moeite waard omwille van de minder voor de hand liggende ontdekkingen die erin te doen zijn voor wie Brugge (nog) niet kent: brood- en pattisseriehuis Schaeverbeke, bijvoorbeeld, of ijssalon Da Vinci, breakfast en lunchroom 't Oost, groenten- en fruitwinkel Jan en Lucrèce, chocolaterie Roose, trattoria Trium, vegetarisch restaurant De Lotus of konfituurkokers Danny & Katrien.

Zoals de uitgever achteraan het boek verduidelijkt, is elke keuze subjectief en onvolmaakt. Met een gastronomische rijkdom als die van Brugge is dat des te meer het geval. Ikzelf ga bijvoorbeeld graag langs bij topchocolatier Paul Depla of bij het Diksmuids Boterhuis, veruit de meest authentieke kaaswinkel van Vlaanderen. Dat zij niet in het boek zijn opgenomen is in overeenstemming met het aloude adagium dat goede wijn geen krans behoeft.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Lek me liptje. Brugge kookt 100 recepten
Auteur: Stefaan Van Volcem
Fotografie: Norbert Maes
Uitgeverij: Stichting Kunstboek
Jaar: 2010
Collatie: 160 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5856-365-1
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

donderdag 7 april 2011

Gerd Käfer - Carpaccio. 77 flinterdunne heerlijkheden

De enige echte originele carpaccio eet je in Harry's Bar in Venetië. Het is daar dat Guiseppe Cipriani de gravin Amalia Nani Mocenigo in 1950 flinterdun gesneden runderhaas serveerde met een saus van mayonaise, worcestersaus, limoensap, peper, zout en een beetje melk. Van haar arts mocht de gravin immers geen gegaard vlees meer eten. Cipriani noemde zijn creatie naar de Venetiaanse renaissanceschilder Vittorio Carpaccio, van wie op dat moment een tentoonstelling liep. Tegenwoordig wordt Cipriani's saus nog zelden gebruikt en wordt de klassieke rundercarpaccio aangemaakt met olijfolie en limoen of vinaigrette en afgewerkt met snippers parmezaanse kaas en enkele blaadjes rucola. Maar op het carpacciothema zijn ontelbare varianten te bedenken, en dit is meteen ook de focus van dit boek. Vreemd genoeg zijn nog het originele recept, noch de klassieke interpretatie van de rundercarpaccio in dit boek te vinden. In de plaats geeft Gerd Käfer 77, soms verrassende, recepten voor gerechtjes waarbij een dun gesneden hoofdingrediënt wordt gecombineerd met enkele garnituren en sausen die voor een evenwichtig smakenpalet moeten zorgen. Papierdun gesneden runderhaas serveert Käfer bijvoorbeeld met eekhoorntjesbrood en limoensaus, met warme aardappelsaus en olijven, met yoghurt en mosterd, of hij vult het vlees met kruiden en mosterd, rolt het op en snijdt daar carpaccio van. Mooi, maar we missen hierbij toch enig woordje uitleg over de smaakverschillen bij de verschillende runderrassen. Zo wordt Wagyu-carpaccio geserveerd met witte somertruffel en beloega-kaviaar met de enige melding dat het hier om peperdure ingrediënten gaat.

Maar dit boek gaat over veel meer dan rundsvlees alleen. Käfer snijdt ook lamsvlees, konijn, reerug en hertenrug als carpaccio. Vleessoorten die niet rauw geconsumeerd kunnen worden, versnijdt hij gegaard: kalfstong, varkenswangen, eendenborst en parelhoen. Voor zijn carpaccio-interpretatie van vitello tonnato wordt het vlees in de oven gebraden waardoor de saus niet met het kookvocht op smaak kan worden gebracht. De carpaccio van salami is dan weer het minst inspirerende gerecht; mijn kinderen leggen dat dagelijks tussen hun boterhammen.

Na het hoofdstuk over vlees worden plakjes vis en zeevruchten, groenten, fruit en kaas geserveerd. Ook hier weer een mix van rauwe en gegaarde ingrediënten tot aan een carpaccio van brownies toe. Carpaccio van het aperitief tot aan het dessert dus.

De recepten zijn over het algemeen eenvoudig uit te voeren, en de inleiding toont de gereedschappen en de snij- of klopttechnieken die je kan gebruiken. Maar met twee recepten heb ik toch moeite; die van de octopuscarpaccio's. Van foodprofessionals kan je toch verwachten dat ze op de hoogte zijn van de evoluties binnen hun vakgebied en dat ze de publicaties van mensen zoals Harold McGee kennen en volgen. In McGee on Food and Cooking: An Encyclopedia of Kitchen Science, History and Culture (Hodder & Stoughton, 2004) dat in een Nederlandse versie verscheen als Over eten & koken. Wetenschap en cultuur in de keuken (Nieuw Amsterdam, 2006), toont McGee aan dat de vermeende effecten van de traditionele manier om octopus te koken met een paar kurken, een mythe is. In een artikel in The New York Times van 5 maart 2008 geeft hij onder de titel 'To Cook an Octopus: Forget the Cork, Add Science' een haalbaar en getest alternatief: de octopus een halve minuut blancheren in kokend water en dan vier tot vijf uren zonder vetstof of vloeistof en afgedekt garen in een oven van 93-94°C. Vervolgens de octopus laten afkoelen in eigen nat. Bij een carpaccio gaat alle aandacht naar het in plakjes gesneden ingrediënt, de versheid, kwaliteit of de bereidingswijze moet dan ook top zijn.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Carpaccio. 77 flinterdunne heerlijkheden
Auteur: Gerd Käfer
Fotografie: Meike Bergmann & Luzia Ellert
Uitgeverij: Karakter Uitgevers
Jaar: 2010
Collatie: 154 pp. – ill.
ISBN: 978-90-6112-819-9
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 4 april 2011

Winiefred Van Killegem - Is niet iedereen zoals ik, een beetje te dik?

Gooi al je dieten overboord en verwijs je boeken van Pierre Dukan, Michel Montignac en Sonja Kimpen definitief naar de prullenmand, want Winiefred Van Killegem heeft het ultieme dieet ontwikkeld: 'Eet drie weken lang elke dag 1 kg witlof en je weegt 2 kg minder', maar ook 'Eet drie weken lang elke dag 100 g pompoen en je buik wordt dunner'. Wedden dat dit met komkommers, rode kool, pruimen of knoflook ook lukt? Deze en andere twijfelachtige dieettips verkondigt Van Killegem in het boekje Is niet iedereen zoals ik, een beetje te dik?

Volgens Van Killegem doet bonenthee een dikke, opgezwollen buik verdwijnen. Ik twijfel niet aan het gunstige effect van bonenthee, en als er iemand iets afweet van de heilzame werking van groenten, fruit en kruiden, dan is het Van Killegem wel. Maar het advies om drie weken lang dagelijks twee kopjes van deze thee te drinken, plaatst me voor een groot probleem. Volgens het bijgeleverde recept maak je een kopje bonenthee door een handvol bonenschillen met een kop heet water te overgieten en vijf minuten te laten trekken. Per dag zijn dat dus twee handen vol bonenschillen, en drie weken levert 42 handen vol bonenschillen op. En wat doe ik dan in godsnaam met de kilo's bonen die ik ondertussen heb verzameld?

Buiten thees geeft Van Killegem een resem aan eenvoudige recepten om heilzame groenten, fruit en kruiden te verwerken. Dat daarbij geregeld suiker en room wordt gebruikt, lijkt het dieetconcept van het boekje niet te deren. Boter wordt al te makkelijk vervangen door olijfolie, en pijnboompitten worden onnodig gebakken in notenolie in plaats van te roosteren in een droge pan. En er wordt wat afgekookt in het boekje. Broccoli, bijvoorbeeld, alhoewel stomen een betere en gezondere optie is, en spinazie en andijvie vliegen al even vlot het kookwater in vooraleer ze worden verwerkt, terwijl dit toch bij uitstek groenten zijn die met aanhangend water in een hete pot uit zichzelf slinken. Het kind met het badwater weggooien, heet dat.

Het probleem van Van Killegem – en dus van dit boekje – is dat ze in dit dieetboekje volledig miscast is als 'kruidenvrouw'. Dat ananas veel suiker bevat, maar ook een ontgiftende werking heeft en dat het eten van bosbessen ouderdomsziekten helpt voorkomen, mogen dan al interessante weetjes zijn, ik vermager er geen gram bij. Het dieetconcept was beter achterwege gebleven bij dit boekje dat zo een handzaam compendium had kunnen zijn over de heilzame werking en de culinaire mogelijkheden van groenten, fruit en kruiden. Zowat alle beschouwingen over overgewicht en tips om op je gewicht te letten die we eerder al in menig damesblad lazen, passeren de revue. De inzichten van haar grootmoeder dat zwaarlijvigheid het gevolg is van depressie, een ziekte, slapeloosheid, stress en overspanning is dan weer kortzichtig en doet de medische realiteit alle geweld aan. De calorieëntabel achteraan het boekje, vinden we ook in elk ondertussen weggegooid dieetboek van anderen.

Het boekje kan beslist geen kwaad, maar of je er werkelijk mee afvalt, betwijfel ik ten stelligste. Daarvoor is wel wat meer nodig. Een week lang in bed blijven en de liefde bedrijven, bijvoorbeeld. Je verbrandt er heel wat calorieën mee, het verdrijft het hongergevoel waardoor je het met één maaltijd per dag kan redden, en als je tussendoor wat afkoeling zoekt, drink je lekker mineraalwater. Je valt er spelend van af en je wordt er nog vrolijk van ook. Van mij mag je daar dan gerust een kilootje witloof bij wegknabbelen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Is niet iedereen zoals ik, een beetje te dik?
Auteur: Winiefred Van Killegem
Fotografie: Marc Wauters
Uitgeverij: Davidsfonds Uitgeverij
Jaar: 2010
Collatie: 118 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5826-763-4
Kwalitatieve beoordeling: **
Moeilijkheidsgraad: I