maandag 29 september 2008

Marcus Polman - De perfecte kok. De enige 33 recepten die je als man nodig hebt

In de filmkritiek is het de gewoonte om de kwaliteiten van een sequel te vergelijken met die van de eerste film uit de reeks. Er wordt dan nagegaan of de algemene verwachtingen worden ingelost, of de verhaallijn nog origineel is, of het centrale thema niet teveel uitgemolken wordt, of de prestaties van de regiseur en de acteurs nog kunnen overtuigen en of de special effects nog spectaculairder zijn. Op basis van die vergelijking velt de criticus dan een oordeel.

Met de kookboeken van De Perfecte Kok Marcus Polman doe ik het andersom. Eerst besprak ik het tweede kookboek Nog Beter Koken met De Perfecte Kok. Tips, trucs & recepten van echte profs uit 2007 en nu pas neem ik dit eerste kookboek uit 2006 onder de loep. Op mijn tafel ligt de derde druk van mei 2007. Het kookboek verkocht immers om en bij de 22.000 exemplaren en dat is gigantisch veel. Daar zal Polmans populariteit als maandelijkse foodcolumnist van het Nederlandse mannen-lifestyleblad Esquire wel voor iets tussenzitten, maar toch, je moet het maar doen. Polman vermeldt trouwens netjes in zijn inleiding dat een deel van het boek al eerder werd gepubliceerd in de culinaire rubriek van dit blad.

Het boek telt 33 hoofdstukjes die elk aan één hoofdingrediënt of gerecht zijn gewijd: van aardappel tot zuurkool, van chateaubriand tot runderstoofpotje, en van haring tot omelet. Voor elk hoofdstukje is Polman te rade gegaan bij een specialist ter zake. Bekende en minder bekende koks, producenten en handelaars mogen de lezer via Polmans vlotte pen onderhouden over hun diverse passies. Laat de ondertitel van het boek dan nog een boutade zijn, met deze collectie komt Polman toch in de buurt van ‘de enige 33 recepten die je als man nodig hebt’. Met doordeweekse en eenvoudige gerechten als gekookte aardappelen, biefstuk, frietjes, gehaktballen, hamburgers en pizza en de chiquere gerechten met kaviaar, kreeft, oesters en truffels is de lezer gewapend voor elke gelegenheid. Schenk daarbij een goed glas wijn of bubbels en het is feest!. Wie de smaak van het koken al te pakken heeft, vindt in dit boek ook enkele bewerkelijker gerechten zoals kroket, paella, reebout, runderstoofpotje en sushi bijvoorbeeld. De instructie voor een baveuse omelet is van essentieel belang voor wie indruk wil maken met een eenvoudig eitje en met het recept voor zelf bereide pindasaus in de vingers grijpt geen lezer nog naar de kant-en-klaar-oplossing uit de supermarkt.

Net als zijn opvolger zit het boek boordevol tips, anekdotes, verbale knipogen en… recepten natuurlijk. Veel meer de 33 die de titel vermeldt, want af en toe worden er varianten en afgeleide recepten meegeven. Tussendoor presenteert Polman onder de rubriek ‘Bonus’ ook extra informatie over wijn en champagne, over hoe je zelf tomatenketchup en mayonaise maakt en over wat je in je kast en in je ijskast moet hebben. Jammer dat Polman bij dat laatste een steekje laat vallen als hij beweert dat je eieren in de ijskast bewaart. Verderop bij het hoofdstukje over het gekookte ei vermeldt hij wel correct dat een ei het beste wordt bewaard tussen de 7 en 13 graden, maar als dat de temperatuur van je ijskast is, dan heb je wel een probleem. Leuk ook dat Polman de moleculaire gastronoom en wetenschapper Hervé This citeert en zo de mythes doorprikt dat een ei makkelijker te pellen is als je zout toevoegt tijdens het koken of als jenhet ei laat schrikken onder koud water. Dezelfde professor moleculaire gastronomie heeft echter ook overvloedig bewezen dat het zouten van een biefstuk voor het bakken van geen enkele invloed is op het vochtgehalte van het vlees. En dat heeft Polman dan weer niet opgepikt.

De kwaliteit van het eerste boek van De Perfecte Kok moet niet onderdoen voor zijn opvolger. Dit boek biedt voor elk wat wils en voor vele beginnende keukenpieten, zowel mannen als vrouwen, is het een goede houvast. Voor wie niet aan koken toekomt zijn er de vlotte teksten en de prettige lay-out. En had ik de fotografie al vermeld? Die is gewoon mooi en goed. Voor mij mag het derde boek van De Perfecte Kok gerust komen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: De perfecte kok. De enige 33 recepten die je als man nodig hebt
Auteur: Marcus Polman
Fotografie: Saskia van Osnabrugge
Uitgeverij: Mo’media
Jaar: 2006
Collatie: 144 pp. – ill.
ISBN: 978-90-57672-35-4
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: I

maandag 22 september 2008

Christer Elfving - De wereld rond in 50 tapas

Jaren geleden serveerde Christer Elfving wereldse tapas onder de naam ‘wappaz’ (Wereldse tAPas van Absoluut Zweeds) in zijn Antwerpse restaurant Absoluut Zweeds. Die hapjes combineerden het plezier van tapas, de verfijning van de Oosterse keuken en de roots van Zweden. De wappaz werden een regelrechte hit en Elfving publiceerde 90 recepten in het boek Wappaz uit 2005 (Mo'Media). Samen met het restaurant, dat in datzelfde jaar de deuren sloot, verdwenen ook de wappaz. Althans de naam, want het concept van wereldse tapas blaast Elfving met dit boek nieuw leven in.

Voor De wereld rond in 50 tapas, creërde Christer Elfving tien tapas per continent. Die werden door de fotografen van Studio Verne gefotografeerd op tafelservies dat verkrijgbaar is in elke Casahop. Voor dit boek is Casa immers de commerciële partner van uitgeverij Lannoo, maar buiten wat reclame op de binnenflappen voor- en achteraan het boek, heeft de lezer daar verder weinig last van.

Elfving verwerkt in zijn wereldse tapas doorgaans ingrediënten die iedereen makkelijk vindt in supermarkten, speciaalzaken of op de zuiderse markten in de grotere steden. Voor het gemak van de lezer geeft Elfving ook telkens een woordje uitleg wanneer hij een minder bekend ingrediënt gebruikt zoals kikos, tzay, cabrales, miso of shiso. Dat is informatief en leest leuk weg, tenzij je het boek in één ruk uitleest, wat een kookboekenrecensent gewoonlijk doet. Omdat Elfving per recept de nodige informatie meegeeft, weet de lezer bij het achtste recept met pomamoretomaten heus wel dat dat kleine halfgedroogde tomaten op marinade met kruiden zijn. Deze soms redundante informatie is de prijs die Elfving moet betalen voor de duidelijkheid die hij de lezer wil geven.

Elk continent wordt voorgesteld aan de hand van een mind related fotocollage en een algemene redactionele inleidingstekst. De recepten die daarop volgen, hebben een ingrediëntenlijst en een uitgeschreven bereidingswijze die helder en duidelijk zijn. Zoals reeds aangeduid, vervolledigt wat extra informatie soms het recept. Bij bijna elk gerecht hoort een paginagrote foto. Omwille van de omvang van het boek dat vier katernen van 32 bladzijden telt, kregen vier recepten een kleine foto bij zich op dezelfde pagina. Vooraan het boek staat een inhousopgave en een algemene inleiding van de redactie, en achteraan het boek is een alfabetische receptenindex opgenomen.

De variatie in dit boek is groot en omvat zowel vis, zeevruchten, vlees, groenten, fruit als gevogelte met als absolute climax het gefrituurde kippenvel met ingemaakte citroenen en lookolijven. Soms is de link van de tapas met het continent niet altijd even duidelijk, maar dat zal de hapjesfreak worst wezen. Dit boek bevat genoeg inspiratie en recepten voor meer dan één geanimeerde maaltijd tapas happen. De originele creaties van Christer Elfving kunnen zowel de beginnende als de meer geavanceerde hobbykok bekoren. De wappaz zijn terug!

[Edward Vanhoutte]


Titel: De wereld rond in 50 tapas
Auteur: Christer Elfving
Fotografie: Studio Verne
Uitgeverij: Lannoo
Jaar: 2008
Collatie: 128 pp. – ill.
ISBN: 978-90-209-7778-3
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

Ook in De Leeswolf, 2008/9

vrijdag 19 september 2008

Bart Van Loo - Als kok in Frankrijk. Literaire recepten. Culinaire verhalen

De honger uit de wereld helpen is een nobel doel, maar niet geheel ondoenbaar, vond de zeventiende-eeuwse architect de Vauban. Naast het aanleggen van versterkte dorpen, kerken en vestingen, rekende hij voor dat een enkele zeug na twaalf generaties heel Europa kon voeden en dat het nageslacht na zestien generaties voldoende vlees opleverde om de hele toenmalige wereldbevolking te voeden. Maar het is niet daarom dat het varken volgens Grimod de la Reynière de koning van de dieren is, immers, de truffels hebben we aan de snuffelvarkens te danken. Alexandre Dumas sluit zich aan bij Vauban door te wijzen op de mogelijkheid om het varken van snuit tot staart te verorberen, het bloed en de ingewanden inbegrepen. Maar de kotelet, die Auguste Escoffier het liefste gegrild at met krielaardappeltjes en artisjokbodems met heldere jus, is wellicht het meest frequent geconsumeerde stuk van het varken. Omwille van zijn eenvoudige bereidingwijze en snelle hap, bestelt monsieur Plume in Henri Michaux Het huiskameronweer een kotelet in een restaurant, waarop de eigenaar opmerkt dat wat op zijn bord ligt niet op de kaart staat. Dit leidt tot een absurde situatie waarbij het restaurant leegloopt en de interventie eenheid van de politie ermee dreigt monsieur Plume hardhandig aan te pakken als hij niet direct alles opbiecht.

Voor culinaire auteurs, causeurs, foodie’s die spitant uit de hoek willen komen of liefhebbers van culinaire faits-divers is een dergelijk thematisch kluwen van feitjes, anekdotes en literatuurverwijzingen een godsgeschenk. Het vergt echter heel wat literatuuronderzoek om het materiaal te verzamelen, en heel wat schrijf- en verteltalent om dat op een boeiende manier tot een leesbare tekst te verwerken. In Als kok in Frankrijk bloemleest de gestudeerde francofiel Bart Van Loo literaire meesterwerken en oude kookboeken tot een persoonlijke en thematische ontdekkingstocht door de Franse letteren. Van Loo ordent een tachtigtal tekstfragmenten, veelal in een eigen voortreffelijke vertaling, volgens categorieën als voorgerechten, hoofdgerechten, desserts, alcohol en menu’s, en binnen die categorieën volgens hoofdingrediënt (kip, vis, rund, schaap, ei,….) en hij gooit er als pousse-café nog wat culinaire gedachten en fantasieën achteraan. Elke gebloemleesde tekst wordt ingeleid met een biografische anekdote over de betreffende auteur. De tekst zelf is dan weer de aanleiding voor een nieuwe anekdote, literaire associaties of een recept dat via een register achteraan het boek makkelijk terug te vinden is. Om een indruk te krijgen van Van Loos belezenheid en eruditie volstaat het om het register op namen te raadplegen.

Dit carnet de cuisine of literaire kookboek beslaat het tweede en grootste gedeelte van het boek. Als hors-d’oeuvre serveert Van Loo vermoedelijk de vlotste culinaire geschiedenis die ooit geschreven werd. Met kennis van zaken bouwt de auteur een goed gestoffeerd chronologisch en beknopt verhaal op dat de lezer van de middeleeuwen over de renaissance, het tijdperk van Lodewijk XV, de verlichting en de negentiende eeuw naar de twintigste eeuw voert. Deze culinaire geschiedenis vormt de bagage waarmee de lezer de literaire ontdekkingsreis kan aanvangen.

Dit boek is een veelvoud van boeken. Het is een een literaire bloemlezing, een introductie tot de Franse literatuur, een eingenzinnige literatuurgeschiedenis, een (literair) kookboek, een culinaire geschiedenis, een uitgebreid opstel met encyclopedische trekjes, een verhalenboek en een persoonlijk leesrapport. Zelf houdt Van Loo het op ‘een literair eetboek’. Het is bovenal een goed geschreven, boeiend en gevarieerd leesboek dat moeiteloos een breed publiek aanspreekt.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Als kok in Frankrijk. Literaire recepten. Culinaire verhalen.
Auteur: Bart Van Loo
Uitgeverij: Meulenhoff/Manteau
Jaar: 2008
Collatie: 270 pp. – ill.
ISBN: 978-90-8542-173-5
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II

Ook in De Leeswolf, 2008/7

woensdag 17 september 2008

Seppe Nobels - Seppe’s Kookboek voor Kids

Seppe Nobels verdiende zijn sporen bij verschillende sterrenrestaurants waaronder Wout Bru’s succeszaak Le Bistrot d’Eygalières in Frankrijk. Met zijn eigen zaak Nobelsdining kookt hij tegenwoordig bij mensen thuis en met Wout Bru startte hij net Bru Nobels Catering op . Maar ook voor het jonge volkje is Seppe de kok geen nobele (no pun intended) onbekende. Elke week springt hij binnen in het clubhuis van Kristel, Karen en Kathleen van K3 om in het programma De Wereld van K3 (VTM & Tros) samen met kinderen eenvoudige en creatieve gerechtjes te bereiden. Seppe’s Kookboek voor Kids is Nobels eerste kookboek.

Hoewel het eenvoudig moet zijn geweest om dit kookboek op te hangen aan het veelbekeken TV-programma waaraan hij zijn bekendheid dankt – voor de uitgever een gedroomd marketingelement – kiest Nobels er resoluut voor om op eigen benen te staan. Buiten een verwijzing naar het K3 programma in de blurb en in de inleiding van het boek, wordt er verder met geen woord over gerept. Geen foto’s van Seppe de kok met de meiden van K3, geen actiefoto’s in de studio, geen sponsoring van Studio 100. En dat maakt het concept gedurfd en tegelijkertijd veel sterker. Dit is niet zomaar een kinderkookboek, dit is een kookboek voor kids. Het verschil zit hem in de creativiteit van de gerechten, de foodstyling en de fotografie waarbij menig kookboek verbleekt. Topfotograaf Heikki Verdurme werd ingehuurd om de gedurfde combinaties van kleur en textuur, die Nobels in zijn recepten verwerkt, in beeld te brengen en trekt alle registers van de culinaire fotografie open. Nobels presenteert de kids geen lachende gezichtjes met komkommeroogjes en zwanworstmondjes maar puree van bloemkool met grijze garnalen, wortelsoep met steranijs, pana cotta van asperges op Vlaamse wijze, rijstvel met paling en radijs of witloof met tartaar van zalm. Daarmee brengt Nobels in de praktijk wat vele chefs de laatste jaren preken, namelijk dat gastronomie in de kindertijd begint en dat kinderen heus wel een breder smakenpalet aankunnen dan de fletse vol au vent, balletjes in tomatensaus of chicken nuggets die al te veel kindermenu’s sieren. Hij laat niet na smaakmakers te gebruiken zoals mosterd, baslamicokaramel, rode wijn- of xeresazijn of specerijen die doorgaans worden geïdentificeerd met de volwassen keuken zoals gember, steranijs, piment d’espelette, kaneel of kerrie. Nobels schenkt ook aandacht aan het mondgevoel door kinderen in contact te brengen met een combinatie van texturen in de gerechten. Een van de persoonlijke favorieten bij mij thuis is bijvoorbeeld de gevulde inktvis met beuling en appelcompote. Maar ook schuim, gelatines, krokantjes, crumbles en rauwe groenten worden gebruikt, naast minder evidente ingrediënten zoals foreleitjes, shiso en venusschelpjes.

In vijf klassieke hoofdstukken presenteert Nobels meer dan zestig recepten die samen vijfenvijftig hapjes, voorgerechten, soepen, hoofd- en nagerechten opleveren. Hij voegt daar nog zeven basisrecepten aan toe. Bij elk recept staan de hoofdingrediënten als kernwoorden gelay-out. Die hadden gerust in een aparte index terecht mogen komen achteraan het boek waar nu alleen maar een index op recept staat. Maar dat is dan ook de enige kritiek die ik op dit boek kan leveren. De receptuur is helder en voor het doelpubliek van dit boek – kinderen tussen 8 en 14 jaar – onder begeleiding perfect te volgen.

Als kinderen de toekomst zijn van de gastronomie, dan verdienen ze creatieve gerechten van geïnspireerde chefs die niet voor comfort food kiezen maar hen laat kennismaken met smaken en texturen uit de volwassen keuken. Kinderen verdienen ook de beeldtaal van de professionele fotografie die hen op een verrassende manier leert kijken naar de essentie van een goed gerecht. Kortom, kinderen verdienen Seppe’s kookboek voor kids.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Seppe’s Kookboek voor Kids
Auteur: Seppe Nobels
Fotografie: Heikki Verdurme
Uitgeverij: bmp culinair
Jaar: 2008
Collatie: 144 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5720-301-5
Kwalitatieve beoordeling: *****
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 15 september 2008

Bart Desmidt - Home Made by Bartholomeus

Samen met zijn vrouw en zaalverantwoordelijke Sandra opende Bart Desmidt in 1994 zijn eerste restaurant Bartholomeus dat vier jaar later in een andere pand en met een verdubbelde oppervlakte werd heropend. In de 15 jaar dat het restaurant bestaat in Heist aan zee, heeft Desmidt vastgehouden aan zijn principe dat alles, werkelijk alles wat de klant op het bord krijgt in het restaurant wordt bereid. Geen broodje, gerookt stukje paling of praline komt op tafel als Desmidt het met zijn brigade niet eigenhandig heeft gemaakt – vandaar de titel van dit boek. Dit respect voor de allerbeste seizoensproducten zet Desmidt via een perfect gedoseerde zuurtebalans in zijn gerechten verder tot op het bord dat strak en rechtlijnig oogt. Verrassende combinaties van warm en koud en vlees en vis en het spel met texturen verhogen daarbij nog het mondplezier.

In zijn eerste kookboek verdeelt Bart Desmidt 39 recepten over de hoofdstukken vleesgerchten, visgerechten, schaal- en schelpdieren, gevogelte, kaas en desserts. Daarbij geeft hij nog zes basisrecepten voor bouillons, fonds en mayonaise. De receptuur is van hoge kwaliteit en vormt genoeg uitdagingen voor gevorderde koks die zich kunnen uitleven bij gepaneerde en gefrituurde rauwe eidooiers, aardappelkrokantjes, sorbets, espuma’s en zure karamel – toch een signatuurelementje van Desmidt.

Bart Desmidt gaat uiterst creatief te werk, maar hoedt er zich voor al te expliciet zijn werkwijze prijs te geven. Als dit gewoon een slordigheidje is, dan is dat jammer voor dit boek. Als dit echter de bedoeling is, dan wekt het bij de lezer de indruk dat het Desmidt toch nog aan zelfzekerheid ontbreekt om open kaart te durven spelen. Wie bijvoorbeeld de origineel vormgegeven variant op de klassieke tomate crevette wil klaarmaken – bij Desmidt een kokertje van zure karamel gevuld met gekonfijte tomaat, garnalen en warme mayonaise van bisque – moet zelf maar zien hoe hij dat kokertje, toch de ruggengraat van het gerecht, ineengeknutseld krijgt. Dit soort jammerlijke inconsequenties in het boek hadden door de uitgever moeten worden opgemerkt. En er is helaas nog meer. De fotoredactie heeft bij de oriëntatie van de foto’s, die overigens van uitstekende kwaliteit zijn, geen enkele rekening gehouden met de tekst van de bordschikking die bij bijna elk recept wordt vermeld. Daardoor is links al te vaak rechts en boven al te vaak onder. Andersom komt de compositie van het gerecht op de foto niet altijd overeen met de tekst, die makkelijk aan te passen was tijdens het productieproces van het boek. Bij het recept van Noorse kreeft met risotto van venkel etc. wordt vreemd genoeg een foto van vijf lege glazen afgedrukt, en wie het recept van Soufflé van groene chartreuse, frambozen en verse kaas tot een goed einde weet te brengen, begrijpt zinnen als ‘Boter hiertoe de ingrediënten naar boven toe het glaasje in.’ En zo zijn er nog wel een paar dingetjes op dit boek aan te merken.

Het komt me voor dat de inventiviteit en de hoge kwaliteit van Desmidts recepten en Eykens foto’s door de productionele leiding van dit boek danig naar beneden wordt gehaald. Toch weiger ik daardoor een negatief beeld van dit boek op te hangen. Met een harde kaft, een tikkeltje zwaarder papier en een consciëntieuze redactie heeft dit boek de potentie om een juweeltje van een chefboek te worden. En daarvoor hoeft Bart Desmidt helemaal niets aan zijn recepten of visie te veranderen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Home Made by Bartholomeus
Auteur: Bart Desmidt
Fotografie: Luc Eykens
Uitgeverij: bmp culinair
Jaar: 2008
Collatie: 120 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5720-278-0
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: III

zondag 14 september 2008

Felix Alen, Wim Casteleyn & Johan Dhaene - Scoren aan tafel. Voetbalhelden over hun favoriete gerechten

De strijd om een opgemerkt kookboek op de markt te brengen is bikkelhard. Het kookboek, of beter nog, het culinaire boek is ondertussen een genre geworden dat elk onderwerp aankan en dat op een grote afzet kan rekenen. Dit geeft uitgevers en auteurs de ruimte om nieuwe concepten te bedenken en speciale aandacht te besteden aan de boekverzorging. Wie jaren geleden het idee had geopperd om voetbal en koken in een culinair boek samen te brengen, had waarschijnlijk kunnen rekenen op meewarige gelach van de voetbalbobo’s. Vandaag kijkt niemand er meer van op dat de Koninklijke Belgische Voetbalbond op de kar springt van de culinaire hype die door Vlaanderen raast en met Scoren aan tafel een waar charmeoffensief inzet. Natuurlijk is dit boek ontsproten aan het brein van de twee chef-auteurs Felix Alen en Wim Casteleyn, maar de aanwezigheid van de volledige sponsorlijst van de Belgische Voetbalbond op de achterflap bewijst dat het de Voetbalbond op zijn minst als muziek in de oren moet hebben geklonken. Nu het de laatse jaren niet echt meer wil lukken in het voetbalspel, is elke vorm van positieve beeldvorming rond het Belgische voetbal mooi meegenomen.

In Scoren aan tafel tekent Johan Dhaene elf interviews op over voetbal en gastronomie met evenveel grootheden uit ’s lands voetbalgeschiedenis. Het onbetwistbaar voetbalicoon Rik Coppens, de succesvolle oud-Rode Duivels en trainers Aimé Antheunis, Jan Ceulemans, Georges Leekens, Michel Preud’homme en Paul Van Himst, de recente oud-Rode Duivel Marc Wilmots en huidige Rode Duivels Moussa Dembele, Vincent Kompany, Timmy Simons en Wesley Sonck vertellen honderduit over de functie die de gastronomie in hun professionele en privéleven inneemt. Tegenwoordig zorgt Wim Casteleyn als keukenchef van de Rode Duivels samen met de teamarts voor de evenwichtige en gezonde voeding bij internationale wedstrijden en tornooien. De nadruk ligt daarbij op goed verteerbare gerechten die de nodige energie leveren voor de wedstrijden en verse groenten, fruit, pasta en een melkdessert staan dan ook steevast op het menu. Toch heel wat anders dan de grote steak die Amé Antheunis vier uur voor een wedstrijd verorberde, of de biefstuk met een spiegelei en spinazie die Rik Coppens achter de kiezen stak.

Op basis van die interviews doken Alen en Casteleyn de keuken in en creëerden elk drie gerechten bij elke voetballer. Naast deze zesenzestig recepten telt dit boek ook nog achttien basisrecepten en acht recepten voor basissauzen. Elk gerecht werd door Heikki Verdurme gefotografeerd. De recepten zelf bestaan uit een lijst van benodigdheden, een stapsgewijze uitleg van de bereidingswijze en een suggestie voor de presentatie aangevuld met tips en weetjes van de chef die het betreffence recept uitwerkte.

De kwaliteit van de opgenomen recepten is hoog, en zeer haalbaar voor een gemiddelde hobbykok. Er worden vooral inlandse ingrediënten gepromoot, wat vooraan het boek onvermijdelijk resulteert in een reeks vermeldingen van leveranciers en producenten die dit boek op de een of de andere manier hebben gesponsord. Het proza van de interviews stijgt moeiteloos boven de gemiddelde sportjournalistiek uit maar is dan ook weer geen Prijs van de Nederlandse Letteren waard. Maar dat hoeft ook niet. Scoren aan tafel is een sympathiek voetbalboek dat tezelfdertijd een sympathieke culinaire publicatie is voor de foodie en de footie. En die zijn vast wel samen in de keuken te vinden. Alleen is het jammer dat het raden is naar de reactie van de ‘voetbalheld’ op de voor hem gecreëerde gerechten.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Scoren aan tafel. Voetbalhelden over hun favoriete gerechten.
Auteur: Felix Alen, Wim Casteleyn & Johan Dhaene
Fotografie: Heikki Verdurme
Uitgeverij: Lannoo
Jaar: 2008
Collatie: 200 pp. – ill.
ISBN: 978-90-209-7773-8
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

Ook in De Leeswolf, 2008/8, p. 616

donderdag 4 september 2008

Marianne Magnier-Moreno - Kookschool De Desserts. 72 recepten stap voor stap

Volgens het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal is een recept een ‘voorschrift tot bereiding van een gerecht of drank.’ Een voorschrift is dan weer een ‘regel die men moet volgen’. Toch leveren heel wat recepten in kookboeken problemen op omdat ze niet expliciet genoeg zijn opgesteld, omdat ze ruimte laten voor interpretatie of omdat er voorkennis wordt verondersteld. En af en toe ook wel eens omdat ze gewoon fout zijn. In Kookschool De Desserts, neemt de Franse culinaire specialiste Marianne Magnier-Moreno alle onduidelijkheden weg door de lezer, althans volgens het kaft, 72 recepten aan te bieden die stap voor stap werden gefotografeerd vanuit de lucht. Toegegeven, het levert niet altijd de mooiste foto’s op en de belichting van de ondergronden verschillen teveel om van een esthetisch concept te spreken, maar duidelijk is het wel. Elke foto wordt begeleid door korte beschrijvingen die samen het recept vormen.

Dit boek, een vertaling van het oorspronkelijke Franse Mon cours de cuisine – La Pâtisserie (Marabout, 2007), leest als een stripverhaal en wil vooral een basishandboek zijn voor het bakken. Een eerste hoofdstuk bevat zestien recepten voor crèmes, sauzen en toppings die verder in het boek worden gebruikt voor de afwerking van koek, taarten en gebak. Daarna volgen hoofdstukken over cakes en cakejes (11 recepten), bijzonder gebak zoals soezen, bladerdeeggebak, cheesecake en gevulde taarten (18 recepten), taarten en koekjes (20 recepten), en tenslotte over taarten en vruchtentaartjes (6 recepten). Wie goed telt, komt maar aan 71 recepten en niet aan 72 zoals de cover beweert, en dat wordt door de inhoudsopgave, waar alle recepten zijn genummerd, en door de nummering van de recepten in het boek zelf nog eens bevestigd – de bladzijden in het boek dragen het receptnummer, geen paginanummer. De ontwerper van de cover moet er in een creatieve bui beslist nog één bijgefantaseerd hebben. Leuk detail: de oorspronkelijke Franse cover adverteerde ‘70 recettes illustrée pas à pas’.
De laatste afdeling van het boek bevat een verklarende woordenlijst, een inhoudsopgave met alle recepten netjes genummerd, een alfabetisch register, een register naar ingrediënt en een dankwoord.

De kernwoorden in dit kookboek zijn beslist ‘duidelijkheid’ en ‘informatie’. De reeds besproken stap-voor-stap aanpak zorgt voor het eerste, de vele tips, waarschuwingen en adviezen allerhande die Magnier-Moreno in de recepten verwerkt, voor het laatste. Bij elk recept worden ook de hoeveelheden en de verschillende tijden (voorbereiding, bereiding, rust, oven) weergegeven. Wie probleemloos patisserieklassiekers wil leren maken zoals profiteroles, éclairs, millefeuilles, macarons of donuts, zal zich aan dit boek niet bekocht voelen. Voor iedere foodie is dit boek trouwens een waardevolle uitbreiding van de collectie basiskookboeken.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Kookschool De Desserts. 72 recepten stap voor stap
Auteur: Marianne Magnier-Moreno
Fotografie: Frédéric Lucano
Uitgeverij: Inmerc / Standaard Uitgeverij
Jaar: 2008
Collatie: 256 pp. – ill.
ISBN: 978-90-6611-976-5 / 978-90-02-22366-2
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II

Ook in De Leeswolf, 2008/9

dinsdag 2 september 2008

Lucy Broadhurst - 1 2 3 4 Koken met plezier!

Wie met en voor kinderen kookt, houdt zich aan twee ongeschreven regels: je gebruikt geen alcohol en je laat de kinderen niet zelf aan het fornuis staan. De Australische Lucy Broadhurst houdt er blijkbaar andere opvattingen op na. In het boek 1 2 3 4 Koken met plezier staan enkele gerechten met sherry, alhoewel die in de receptuur gerust kan worden weggelaten. Wat het koken zelf betreft, raadt Broadhurst het jonge volkje wel aan om altijd aan een volwassene toestemming te vragen vooraleer eraan te beginnen, maar toch suggereert ze dat kinderen zelf best de inschatting kunnen maken of ze al dan niet kunnen snijden of met hete pannen kunnen werken en dus hulp nodig hebben. Niet dus. Een essentiële inleiding voor volwassenen die met kinderen gaan koken, ontbreekt in dit boek. Het algemene probleem van dit boek is het brede doelpubliek. Enerzijds richt het boek, een vertaling van Ready Steady Spaghetti, zich tot iedereen die kookt met of voor kinderen – en daarmee worden dan volwassenen bedoeld –, en anderzijds richt het zich expliciet tot 'jonge kinderen die willen leren koken' of tot koks in de dop 'die pret willen maken in de keuken'. Laat het duidelijk zijn, jonge kinderen worden altijd begeleid in de keuken. Of Broadhurst zelf schuld treft in deze overschatting van kinderen in de keuken is nog maar de vraag. Nergens is er informatie over deze auteur te vinden, ook niet bij de oorspronkelijke uitgever, en dat is vreemd. Zeker nu haar tweede kookboek Ready Steady Bake wordt aangekondigd. Daarom denk ik dat Lucy Broadhurst een fictieve auteur is en dat dit boek een studioproduct is.

Dit alles kan echter de pret niet bederven, want de grootste verdienste van dit boek is dat het de kneuterigheid van zovele kinderkookboeken danig overstijgt. Eigenlijk is de grootste verdienste van dit boek dat het helemaal geen kinderkookboek is, maar gewoon een gevarieerd en luchtig vormgegeven kookboek met eenvoudige gerechten. Hier geen schildpadjes van appels, vuurtorens van knakworstjes, grauwe yoghurtdrankjes, fruitbrochettes of lachende gezichtjes in het bord, maar onvervalste gerechten zoals zoete chilikip met mie, cannelloni met spinazie en ricotta of asperges met parmezaanse kaas. Een 120-tal eenvoudige recepten worden in zes hoofstukken onderverdeeld. Het boek opent met enkele kleine maaltijden zoals roerei, nacho’s, soepen, dips en enkele drankjes, gevolgd door een hoofdstuk substantiëlere recepten voor het avondeten. Het is dit hoofdstuk dat de titel aan de originele uitgave gaf. Pasta’s, risotto’s. en wokschotels passeren de revue, maar ook dim sum, aardappelgnocchi en viskoekjes. Het derde hoofdstuk focust op groenten en wordt als verkoopsargument gebruikt ter compensatie van de zoetigheden die daarop volgen. In de hoofstukken ‘Zoete toetjes’ en ‘Koekjes, taarten en lekkers’ worden alle suikerregisters opengegooid met recepten voor crumbles, taarten, cakejes, soufflé’s, puddingen en koekjes. Het afsluitend hoofdstuk ‘Feesthapjes’ heeft het meeste weg van de gangbare kinderkookboeken met zwaar gedecoreerde koekjes, fruit op stokjes en sapjes. Het boek besluit met een register op recept en hoofdingrediënt. De recepten zijn makkelijk te lezen en zijn onderverdeeld in genummerde stappen die soms refereren aan duidelijke stap-voor-stapfoto’s. Bij elk recept staat ook een grote foto van het eindresultaat.

Dit boek zal vooral zijn diensten bewijzen voor wie met en voor kinderen wil koken en veel minder voor jonge keukenpieten. Oudere kinderen kunnen op quasi zelfstandige basis wel het een en het ander zelf bereiden, maar een toeziend oog is onontbeerlijk.

[Edward Vanhoutte]


Titel: 1 2 3 4 Koken met plezier!
Auteur: Lucy Broadhurst
Fotografie: Michele Aboud
Uitgeverij: De Lantaarn
Jaar: 2008
Collatie: 191 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5426-399-9
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

Ook in De Leeswelp, 2008/7