woensdag 22 december 2010

Hugh Johnson - Hugh Johnsons Wijngids 2011

Wat de Michélingids sinds 1926 is voor eten, is de Johnsongids sinds 1977 voor wijn. Op die manier wordt het bijzonder moeilijk om niet vooringenomen te zijn. Recenseer maar eens een boek waarvan er wereldwijd al miljoenen exemplaren verkocht zijn. Immers, de eerste zin uit de begeleidende perstekst bezorgt je zoveel schroom dat je het boek onmiddellijk terzijde zou willen schuiven. Maar dat verdient Hugh Johnsons Wijngids 2011 niet. Bovendien ik ben in een overmoedige bui.

Wijnkenner Hugh Johnson verzamelt naar goede gewoonte de meest prangende wijnweetjes en vult er zo zijn jaarlijks overzicht mee. Hij stipt de nieuwe ‘merken’ aan en raadt aan om de fles die je vorig jaar op zijn instigatie had gekocht, nog even te laten liggen. En je volgt zijn raad dan ook gedwee op. Johnson is niet voor niets de mondiale inspecteur van de wijn. Hoewel de doorlichter huivert van toptienlijstjes met de beste wijnen ter wereld, quoteert hij wijnen met behulp van een sterrensysteem. Johnson geeft hiermee een indicatie of de prijs en standing (naamsbekendheid) van een wijn overeenkomen met de ‘werkelijkheid’. De wijnen die vier sterren dragen zijn daarom niet beter dan een basiswijn met slechts één ster. Johnson wordt door deze tactiek wel eens de man van de nuchtere observatie genoemd. Dit moet ik toch ten stelligste tegenspreken. Verleiden doet hij immers wel; hij spreekt je aan op je basissmaakpalet, en durft er zijn beste fles op te verwedden dat jij bijgevolg ook voor dié en dié smaken te vinden bent, waarna er weer een nieuwe wijn volgt. Aangenaam.

Uiteraard vinden we in de gids van 2011 ook veel zaken waarover we in 2010 reeds lazen. Zo schrijft hij opnieuw een hoofdstukje over de combinatie van spijs en drank. Verder worden er in latere hoofdstukken technische begrippen uitgelegd, en neemt hij traditiegetrouw een schenktemperatuur-diagram op.

Een nieuwe, en daarnaast ook interessante analyse, maakt Johnson over de wereldwijnen die heden volop in opmars zijn. De kernlijn in diens betoog is dat de nieuwe wereldwijnen persoonlijkheid missen. Net doordat ze door grote conglomeraten vervaardigd worden, moeten ze de duimen leggen voor de typische Europese wijnen die volgens Johnson op een meer kleinschalige manier verbouwd worden. Maar daarmee wil hij niet gezegd hebben dat wereldwijnen slechter zouden zijn. Integendeel, in de meeste gevallen is de prijs-kwaliteitverhouding zelfs veel beter. Maar het feit blijft dat wereldwijnen door de monocépage – een wijn die grotendeels gemaakt is van één en dezelfde druif – en de massaproductie minder persoonlijkheid uitdragen.

Het boek eindigt met een analyse van Spanje. Johnson blijkt sterk onder de indruk te zijn van de metamorfose van Spanje als wijnland. Door aspecten als management, teelt, organisatie, uitvoer dreigen de Spanjaarden in productie zelfs boven de Fransen uit te groeien. Zeg nu zelf: hoelang is het geleden dat je nog schuimwijn dronk? En hoeveel uur geleden nipte je nog van je cavaglas? Precies.

Als je de wijngids van Hugh Johnson koopt, weet je waaraan je je kunt verwachten. Hij maakt en kraakt tot slot toch al enkele decennia lang wijnen. Ondanks die grote tijdspanne blijft de Hugh Johnsons Wijngids enorm up to date en modern. En onverminderd draagt hij zijn credo uit; niemands smaakanalyse is meer waard dan die van een ander. Ook niet die van de herder zelf. Maar, en ik hoop dat hij me het vergeeft, dat wordt wel heel erg moeilijk te geloven na het gebruiken van alweer een fantastische editie van deze wijngids.

[Femke Vandevelde]


Titel: Hugh Johnsons Wijngids 2011
Auteur: Hugh Johnson
Uitgeverij: Spectrum
Jaar: 2010
Collatie: 424 pp.
ISBN: 978-90-475-1524-1
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II

Geen opmerkingen: