De honger uit de wereld helpen is een nobel doel, maar niet geheel ondoenbaar, vond de zeventiende-eeuwse architect de Vauban. Naast het aanleggen van versterkte dorpen, kerken en vestingen, rekende hij voor dat een enkele zeug na twaalf generaties heel Europa kon voeden en dat het nageslacht na zestien generaties voldoende vlees opleverde om de hele toenmalige wereldbevolking te voeden. Maar het is niet daarom dat het varken volgens Grimod de la Reynière de koning van de dieren is, immers, de truffels hebben we aan de snuffelvarkens te danken. Alexandre Dumas sluit zich aan bij Vauban door te wijzen op de mogelijkheid om het varken van snuit tot staart te verorberen, het bloed en de ingewanden inbegrepen. Maar de kotelet, die Auguste Escoffier het liefste gegrild at met krielaardappeltjes en artisjokbodems met heldere jus, is wellicht het meest frequent geconsumeerde stuk van het varken. Omwille van zijn eenvoudige bereidingwijze en snelle hap, bestelt monsieur Plume in Henri Michaux Het huiskameronweer een kotelet in een restaurant, waarop de eigenaar opmerkt dat wat op zijn bord ligt niet op de kaart staat. Dit leidt tot een absurde situatie waarbij het restaurant leegloopt en de interventie eenheid van de politie ermee dreigt monsieur Plume hardhandig aan te pakken als hij niet direct alles opbiecht.
Voor culinaire auteurs, causeurs, foodie’s die spitant uit de hoek willen komen of liefhebbers van culinaire faits-divers is een dergelijk thematisch kluwen van feitjes, anekdotes en literatuurverwijzingen een godsgeschenk. Het vergt echter heel wat literatuuronderzoek om het materiaal te verzamelen, en heel wat schrijf- en verteltalent om dat op een boeiende manier tot een leesbare tekst te verwerken. In Als kok in Frankrijk bloemleest de gestudeerde francofiel Bart Van Loo literaire meesterwerken en oude kookboeken tot een persoonlijke en thematische ontdekkingstocht door de Franse letteren. Van Loo ordent een tachtigtal tekstfragmenten, veelal in een eigen voortreffelijke vertaling, volgens categorieën als voorgerechten, hoofdgerechten, desserts, alcohol en menu’s, en binnen die categorieën volgens hoofdingrediënt (kip, vis, rund, schaap, ei,….) en hij gooit er als pousse-café nog wat culinaire gedachten en fantasieën achteraan. Elke gebloemleesde tekst wordt ingeleid met een biografische anekdote over de betreffende auteur. De tekst zelf is dan weer de aanleiding voor een nieuwe anekdote, literaire associaties of een recept dat via een register achteraan het boek makkelijk terug te vinden is. Om een indruk te krijgen van Van Loos belezenheid en eruditie volstaat het om het register op namen te raadplegen.
Dit carnet de cuisine of literaire kookboek beslaat het tweede en grootste gedeelte van het boek. Als hors-d’oeuvre serveert Van Loo vermoedelijk de vlotste culinaire geschiedenis die ooit geschreven werd. Met kennis van zaken bouwt de auteur een goed gestoffeerd chronologisch en beknopt verhaal op dat de lezer van de middeleeuwen over de renaissance, het tijdperk van Lodewijk XV, de verlichting en de negentiende eeuw naar de twintigste eeuw voert. Deze culinaire geschiedenis vormt de bagage waarmee de lezer de literaire ontdekkingsreis kan aanvangen.
Dit boek is een veelvoud van boeken. Het is een een literaire bloemlezing, een introductie tot de Franse literatuur, een eingenzinnige literatuurgeschiedenis, een (literair) kookboek, een culinaire geschiedenis, een uitgebreid opstel met encyclopedische trekjes, een verhalenboek en een persoonlijk leesrapport. Zelf houdt Van Loo het op ‘een literair eetboek’. Het is bovenal een goed geschreven, boeiend en gevarieerd leesboek dat moeiteloos een breed publiek aanspreekt.
[Edward Vanhoutte]
Titel: Als kok in Frankrijk. Literaire recepten. Culinaire verhalen.
Auteur: Bart Van Loo
Uitgeverij: Meulenhoff/Manteau
Jaar: 2008
Collatie: 270 pp. – ill.
ISBN: 978-90-8542-173-5
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II
Ook in De Leeswolf, 2008/7
Geen opmerkingen:
Een reactie posten