woensdag 30 september 2009

Leif Mannerström & Tord Melander - Haring

Maatjesharing kennen we wel, net als pekelharing of rolmops, bakharing en gerookte haring of bokking die traditioneel boven een brandende krant wordt gehouden tot het vel van de buik barst. Die haringbereidingen zijn overal te vinden en eten we doorgaans zo, met een garnituur, op de boterham, of versneden als hapje. Rauwe, onbewerkte haring is in Nederland en België echter moeilijker te verkrijgen. Tot een halve eeuw geleden was dat nog anders toen de haringvangsten de Belgische bevolking tijdens de tweede wereldoorlog zowaar van de hongersnood gered hebben. Misschien is het aan deze gedwongen (over)consumptie te wijten dat rauwe haring twee generaties lang nog amper in de Belgische keuken voorkwam. En waar geen vraag is, is ook geen aanbod. Voor koude bereidingen kan je echter altijd maatjesharing gebruiken, maar voor warme bereidingen heb je toch deze rauwe haring nodig.

Op dit moment is rauwe haring langzaam aan opnieuw aan een opmars bezig en kan je deze ‘rondgevroren’ haring bij je vishandelaar bestellen of kopen in de betere diepvrieswinkel. Haring wordt vermoedelijk al een paar duizend jaar gevangen in alle koude zoutwaterstreken. Toch is de aanwezigheid van haring in deze viswateren moeilijk te voorspellen. Haring kan soms voor meer dan honderd jaar verdwijnen om dan weer terug te komen en welvaart te brengen bij de lokale bevolking. In Zweden is het iets meer dan honderd jaar geleden dat er nog een echt goed haringtijdperk was, waardoor de culinaire functie verschoof van basisvoedsel naar feestelijk ingrediënt voor de chicste gelegenheden. Een traditionele Smörgåsbord, een feestelijk buffet met een resem aan Zweedse specialiteiten, bijvoorbeeld, begint altijd met diverse soorten haringbereidingen.

In het fantastische en fantastisch vormgegeven boek Haring bewijst de Zweedse chef Leif Mannerström dat je met haring werkelijk alle kanten uit kan. De meer dan honderd haringgerechten sprokkelde hij uit de Scandinavische keukens en hij voegde er zijn eigen creaties aan toe. Het boek geeft dus zowel traditionele bereidingen, bijvoorbeeld voor het inmaken en marineren van rauwe haring, als nieuwe recepten zoals haring in kerriesaus met gebakken pastinaak, haring-gazpacho of haring in kool met aardappelpure met bacon en mierikswortel.

De originele Zweedse titel van dit vierkante boek luidt Sill och Strömming wat letterlijk ‘Haring en Baltische Haring’ betekent. De Baltische haring is kleiner dan de haring uit de Noordzee en wordt ten noorden van de Zweedse havenstad Kalmar gevangen. Elk zichzelf respecterend Scandinavisch restaurant heeft verschillende bereidingen met deze veelzijdige verfijnde haringsoort op de menukaart staan en in Mannerströms eigen restaurant Sjömagasinet (1 michelinster) is dit niet anders. Na een algemeen hoofdstuk met recepten verse en gezouten haring, wijdt Mannerström een groot hoofdstuk aan creaties met deze Baltische haring. Daarna komen wat bescheidener hoofdstukjes vol recepten met Zweedse ansjovis, waarmee eigenlijk sprot wordt bedoeld, Zweedse bokking, dat is gerookte Baltische haring, en Zweedse matjesharing die een in speciale kruiden ingelegde haring is. Maar de absolute culinaire verrukking wordt alleen bereikt door het eten van de Surströmming waarvan Mannerström en grote propagandist is. Deze gefermenteerde en op blik nagegiste Oostzeeharing mag dan wel een penetrante geur verspreiden, maar heeft een milde en aangenaam zoute smaak die naturel moet worden gedegusteerd.

Als uitsmijter serveert Mannerström nog een aantal taparecepten met haring en geeft hij nog wat informatie mee over kruiden, kazen, knäckebröd, aquavit en bier die de haring perfect kunnen begeleiden. Samen met de inleidende teksten bij de hoofdstukken en de introducties op de gerechten, vormen deze informatieve teksten – in verspreide vorm weliswaar – een handboek over het gebruik van haring in de keuken.

Deze unieke en indrukwekkende verzameling recepten opent een totaal nieuwe wereld voor wie benieuwd is naar de culinaire mogelijkheden van haring.

[Edward Vanhoutte]

Titel: Haring
Auteur: Leif Mannerström & Tord Melander
Fotografie: Tomas Yeh
Uitgeverij: Karakter Uitgevers
Jaar: 2009
Collatie: 216 pp.
ISBN: 978-90-6112-828-1
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II
Oorspronkelijke titel: Sill och Strömming (Prisma, 2005)

maandag 28 september 2009

Marleen Van Gaver - Budgetkoken. Lekker gezond & goedkoop koken

Hoeveel kost een doordeweekse maaltijd? Dat is een vraag waar slechts weinigen een duidelijk antwoord op kunnen formuleren. Veel hangt natuurlijk af van wat de pot schaft, welke ingrediënten er worden aangekocht en wat de grootte van de porties is. Maar laten we eens uitgaan van een gezonde Vlaamse maaltijd zoals bloemkool met witte saus, gekookte aardappelen en een kotelet. Voor anderhalve euro koop je een bloemkool, een kilogram aardappelen heb je voor € 1 en de prijs van varkenskoteletten draait rond de € 7,5 per kilo -- we hebben ongeveer 175 g vlees per persoon nodig. Voor de witte saus gebruiken we nog een half litertje melk, twee eetlepels boter en twee eetlepels bloem. Samen kost dit ongeveer € 0,35. Deze stevige maaltijd voor vier volwassen personen kost dan ongeveer € 8, of € 2 per persoon. Wie een dergelijke doordeweekse maaltijd klaarmaakt, kookt zonder het te weten al budgetvriendelijk.

In het handige kookboekje Budgetkoken. Lekker gezond & goedkoop koken bundelde Marleen Van Gaver eenennegentig gerechten die maximaal € 2,5 per portie kosten en berekende ze per recept de kostprijs voor een maaltijd voor vier personen. Hoe Van Gaver die prijs berekende, legt ze uit in de inleiding bij dit boekje. Zo werd er steeds gekozen voor huismerken van supermarkten of voor de goedkoopste merkproducten. De gehanteerde prijzen voor groenten, fruit, vlees, vis en zuivel zijn dan weer gemiddelde prijzen. Wie de berekeningen wil controleren of wil variëren op de recepten en daarbij het budget onder controle wil houden, kan dat aan de hand van de lijst met richtprijzen voor de ingrediënten die in het boek worden gebruikt. Verder geeft Van Gaver in de inleiding ook nog een resem tips om budgetvriendelijk te koken. Op één na, ben ik het met alle tips eens. Het advies om één keer per week boodschappen te doen omdat de verleiding te groot is om producten mee te brengen die je niet echt nodig hebt als je meerdere keren naar de winkel gaat, lijkt me fout en is gebaseerd op de premisse dat je bij elk supermarktbezoek onvermijdelijke het risico loopt om onnodige producten te kopen. Of dat werkelijk zo is, hangt in grote mate af van de psychologie van de koper. Rationeel gezien is het economischer om op basis van wat je in huis hebt bijna dagelijks aanvullende aankopen te doen. Op die manier zijn de aankopen beheersbaarder en garandeert de beperkte aanvoer van verse producten een minimale opstapeling van overschotten.

De grote variatie aan recepten in dit boek zijn ingedeeld in tien hoofdstukken: lunchgerechten, soepen, salades, quiches en pizza’s, lekker Belgisch, gevuld, in de oven, in 1 pan, rijst en pasta. Er is geen hoofdstuk met desserten opgenomen. De recepten zijn berekend voor vier personen en bij elk recept staat een prijsindicatie vermeld. Achteraan het boek staat een register per prijscategorie zodat het samenstellen van een menu met een beperkt budget mogelijk wordt. De receptuur bestaat uit een ingrediëntenlijst en een stapsgewijze bereidingswijze die niet altijd even volledig is. Bij de runderstoofvlees met wortelen, bijvoorbeeld, zijn de tomatenpuree, de gehakte peterselie, de tijm en de cayennepeper nergens in de bereidingswijze te bespeuren en is het onduidelijk in welke vloeistof (water, bier, bouillon?) het stoofvlees twee uren moet sudderen. De receptuur voor hetzelfde gerecht op de site van Budgetkoken lost dit gedeeltelijk op, maar ook daar is er geen sprake van toevoeging van enige vloeistof.

Over het algemeen lijken de berekeningen te kloppen en kan je met behulp van dit boekje inderdaad lekker gezond en goedkoop koken onder de € 2,50 per persoon. Wie verschillende gerechten gaat combineren tot een menu, moet natuurlijk dieper in de buidel tasten. Wie aan de recepten uit dit boekje niet genoeg heeft, vindt op de site van Budgetkoken een veelvoud aan gerechten met dezelfde prijszetting.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Budgetkoken. Lekker gezond & goedkoop koken
Auteur: Marleen Van Gaver
Fotografie: iStock
Uitgeverij: Standaard Uitgeverij
Jaar: 2009
Collatie: 160 pp.
ISBN: 978-90-02-23519-1
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

dinsdag 22 september 2009

Els Goethals - Lekker & licht 6. Hapjes en tapas

In vier jaar tijd verschenen er al zes delen in de reeks Lekker & licht. De reeks werd in 2005 oorspronkelijk opgezet door Francine Vermeiren, het brein achter de Bodystyling vermageringscenctra. Vermeiren kwam na twee liposucties en jarenlang vermageringspillen slikken met zware nierproblemen in het ziekenhuis terecht waar ze besefte dat het hoog tijd was voor verandering. Ze volgde een cursus in Zwitserland, nam een vermageringscentrum over en richtte Bodystyling op. De filosofie van Bodystyling is simpel: gezond eten, lichaamsbeweging en zeer goede begeleiding. Met de reeks Lekker & licht pakte Vermeiren het hoofdstuk ‘gezond eten’ aan en creëerde ze een visitekaartje voor Bodystyling. Vanaf deel vier in de reeks verdween de naam Bodystyling uit het colofon. Geleidelijk aan nam Els Goethals, die van bij het begin de foodstyling voor haar rekening nam, de pen van Vermeiren over. Met dit zesde deel is de volledige overname van de reeks gebeurd en is er geen enkele sprake meer van Vermeiren noch van Bodystyling.

In dit zesde deel wordt het thema 'Hapjes & tapas' aangesneden met precies zestig recepten. Er zijn hapjes en tapas met vlees, met gevogelte, met schelp- en schaaldieren, met vis, vegetarisch en zoete en van elke categorie worden er tien recepten in het boek opgenomen. Boven elk recept staat er aangegeven of het om een warm, een lauw of een koud hapje gaat, en onder de titel wordt de energiewaarde per hapje vermeld wat handig is voor wie kilocalorieën aan het tellen is. De recepten zijn doorgaans voor vier of acht stuks berekend en variëren van makkelijk tot matig moeilijk. Sabayon kloppen voor de rivierkreeftjes met spinaziesabayon moet de moeilijkste handeling uit het boek zijn, en dat valt al bij al wel mee. In dit boek worden er slechts eenvoudige kookhandelingen gevraagd en zijn de combinaties van de verschillende ingrediënten het belangrijkst. De recepten gaan uit van gebruiksklare ingrediënten zoals bijvoorbeeld gekookte kreeft of rivierkreeftstaartjes of gerookte tofoe of kipfilet. In de ingrediëntenlijst zijn alle kruiden al gesneden waar nodig, is het citroensap geperst en de sinaasappelschil geraspt. Dit levert een efficiënte receptuur op. Dat daarbij soms voorbij wordt gegaan aan de basishandelingen van het koken, mag geen bezwaar heten en is een evident gevolg van het boekconcept.

De heldere en beknopte receptuur is overigens illustratief bij de mooie foodfotografie van Luk Thys – niet andersom. De foto’s trekken meteen de aandacht en pas in tweede instantie dwalen de ogen af naar de receptuur die op een rustige bladspiegel met veel witruimte in een zeer leesbaar lettertype is afgedrukt. Achteraan het boek vult Goethals een twintigal pagina’s met omkaderende informatie voor lijnbewuste mensen. Een beknopte lijst met energiewaarden, uitleg bij de actieve voedingsdriehoek en een korte bespreking van de verschillende soorten gerechten en hoofdingrediënten moeten een beter inzicht bieden in hoe je een gezonde en evenwichtige maaltijd samenstelt.

Over de variate van de opgenomen recepten kunnen we kort zijn. De zes categorieën bestrijken het klassieke productenaanbod en de tien recepten binnen elke categorie zijn voldoende origineel en vormen samen een mooie collectie hapjes en tapas waarbij de smaak en het genieten je even doen vergeten dat je op de kilootjes let.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Lekker & licht 6. Hapjes en tapas
Auteur: Els Goethals
Fotografie: Luk Thys
Uitgeverij: Lannoo
Jaar: 2009
Collatie: 160 pp.
ISBN: 978-90-209-8435-4
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

donderdag 17 september 2009

Bert Van Zuilekom - Bierscheurkalender 2010

Elke Belg doet er wat meewarig over als een Nederlander het woord neemt wanneer het over bier gaat. Nochtans worden er in Nederland best wel lekkere biertjes gebrouwen, en onder biekenners is al langer bekend dat Heineken bij blinde pilsproeverijen steevast bij de top-drie eindigt. Net zoals in België groeit de populariteit van de kleine brouwerijen in Nederland met hun speciaal- en streekbieren naarmate de grote brouwerijen zich mondialer gaan organiseren. Een televisieprogramma zoals Tournée Générale met bijhorend boek en de publicatie van enkele opgemerkte bierboeken de laatste jaren waarin de zythologische rijkdom van België centraal staat, bewijzen dit. Hoe het in Nederland gesteld is met de plaatselijke brouwerijen is minder duidelijk. Alhoewel er op de webpagina’s van Pint, de grootste biervereniging van Nederland, heel wat informatie te vinden is, ontbreekt toch een inventaris zoals All Belgian Beers – Les Bières Belges – Alle Belgische Bieren (Stichting Kunstboek, 2008).

Journalist en bierliefhebber Bert van Zuilekom zou de geschikte samensteller zijn van een overzicht van de bieren die in Nederland gebrouwen worden. In het verleden publiceerde hij al de Bieralmanak (Spectrum, 2007), waarin hij verslag doet van een proeverij van honderdtwintig Nederlandse bieren en het boek Legendarische bierverhalen (Spectrum, 2007) met verhalen en anekdotes over belangrijke personen en gebeurtenissen in de geschiedenis van het bier. Sinds 2007 stelt hij ook jaarlijks de bierscheurkalender samen.

De Bierscheurkalender 2010 ligt ruim op tijd in de winkelrekken voor het nieuwe jaar. Zoals het scheurkalenderconcept voorschrijft, bestaat die uit informatieve weetjes, lollige anekdotes, grappen en feitelijke data die dag na dag afgescheurd en gelezen kunnen worden. Wie wat moeite doet, vindt thematische lijnen terug in de verschillende stukjes die een inzicht bieden hoe een dergelijke kalender wordt samengesteld. Van Zuilekom heeft rond een bepaalde brouwerij of een bepaald bier informatie verzameld die hij dan weer verschrijft in korte tekstjes die op apart kalenderblaadjes terechtkomen. Zo kom je op zondag 29 augustus bijvoorbeeld te weten dat de Brugse brouwerij De Halve Maan, die het succesbier Brugse Zot op de markt bracht, Turnhoutse hobbybrouwers onder druk zette om een andere naam te kiezen voor hun Schuppe Zot Tripel 2008. Op donderdag 2 september lezen we dan weer dat diezelfde Brugse brouwerij een bokversie van hun Brugse Zot op de markt brengt om de Nederlandse en Duitse markt te veroveren. Op maandag 8 maart vernemen we dat de Brugse brouwer er bovendien in slaagde om de Straffe Hendrik weer in huis te krijgen en er opnieuw een blonde tripel van 9% van heeft gemaakt volgens het originele recept van zijn moeder. Op zaterdag 30 januari vergast de bierscheurkalender ons op een identikit van dit straffe bier met een beschrijving van de smaak, de kleur, de kraag, het aroma en de afdronk, een aanduiding van het alcoholpercentage en nog een woordje extra uitleg. Elke zaterdag presenteert Van Zuilekom een ander biertje volgens een dergelijke beschrijving.

De Bierscheurkalender 2010 is een aardig alternatief voor wie de uitdetijdse traditionele scheurkalenders beu is of voor wie een mondje wil meepraten over bier in het algemeen. Voor de doorwinterde zytholoog is het echter een aardigheidje waarin weinig nieuws te ontdekken valt. Voor het grotere publiek dat geïnteresseerd is in bier levert het een jaar lang elke dag leuke bierweetjes op die de dagdagelijkse gesprekken zeker zullen stofferen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Bierscheurkalender 2010
Auteur: Bert Van Zuilekom
Uitgeverij: Het Spectrum / Unieboek uitgeverij
Jaar: 2009
Collatie: 365 pp.
ISBN: 978-90-475-0556-3
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

woensdag 16 september 2009

Pieter Feller - Matser en opa en het knotsgekke boterhammenboek

Matser en opa kunnen het best met elkaar vinden. Na school en tijdens de vakanties verteoven ze dan ook steevast in elkaars gezelschap. En dan filosoferen ze wat af over smaken die verschillen, over de oorspronkelijke betekenis van de woorden ‘boterham’ en ‘sandwich’ en over jong zijn. Of ze gaan samen voetballen, maken samen een vlieger en ze kokerellen er op los. En omdat ze beiden gek zijn van botherhammen, vormen die meestal het hoofdingrediënt.

Voor dit (voor)leesboekje voor kinderen vanaf een jaar of 8, schreef kinderboekenschrijver Pieter Feller elf verhaaltjes over Matser en zijn opa. De lengte van de stukjes variëren van anderhalf tot vijf pagina’s en sluiten perfect aan bij het thema van de Nederlandse kinderboekenweek ‘Aan tafel – eten en snoepen in kinderboeken’. Daarom ook dat dit boekje, dat in 2004 zijn eerste druk kende, opnieuw wordt uitgegeven. Het boekje is meteen ook genomineerd voor de Nederlandse kinderjury 2010.

In dit knotsgekke boterhammenboek staan niet alleen verhaaltjes over wat Matser en opa met elkaar uitspoken en tegen elkaar te vertellen hebben, er staan ook tweeëndertig makkelijke boterhamgerechten in een ander lettertype. Er is onder andere een basisrecept voor wit of bruin brood, recepten voor boterhammen met vreemd beleg zoals pindakaas, banaan en mayonaise, creatieve ideetjes die je boterham omtoveren in een voetbal, gezichtjes, een hartje of een vlieger, suggesties voor een broodmaaltijd met broodpizza, tosti of Welsh rarebit, en zoete lekkernijen zoals wentelteefjes en broodpudding. Van alle recepten is het ‘groeibroodje’ mijn absolute favoriet: pak van alle vleeswaren die je in huis hebt een plakje, leg dat in zoveel mogelijk laagjes op een boterham en dek af met een plak roggebrood.

Het boek is volledig geïllustreerd door Natascha Stenvert. De stijl en de kleuren van de tekeningen herinneren me aan het allereerste kookboek dat ik als kind in handen kreeg, en dat was geen onprettige ervaring. Over Matser en zijn opa publiceerden Feller en Stenvert ook al de boekjes Matser en opa en het knotsgekke voetbalboek (2004) en Matser en opa – de leukste opa (2007).

Matser en opa en het knotsgekke boterhammenboek is een leuk, klein boekje dat perfect in kinderhandjes past en kan dienen als leesboek, voorleesboek en kookboek. De teksten, illustraties, verhaaltjes en recepten vormen één mooi geheel dat door de lezertjes zelf kan worden aangevuld met hun eigen boterhamrecepten op de daartoe voorziene bladzijden. Een mooi kadootje om in de boterhammendoos van je kinderen te stoppen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Matser en opa en het knotsgekke boterhammenboek
Auteur: Pieter Feller
Illustraties: Natascha Stenvert
Uitgeverij: Moon / Dutch Media Uitgevers
Jaar: 2009
Collatie: 96 pp.
ISBN: 978-90-488-0211-1
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: I
Leeftijd: vanaf 8 jaar

maandag 14 september 2009

Tine Harleman - Traktaties grappig & gezond

Weken vooraf kijken kinderen al uit naar die ene dag waarop ze met een kroontje op het hoofd en een mand vol lekkers de klas mogen binnenstappen en vanop hun mooi versierde stoel het middelpunt van alle belangstelling zijn of al hun vriendjes mogen uitnodigen op hun eigen verjaardagsfeestje. Natuurlijk horen daar ook traktaties bij die, of ze nu gekocht of zelf gemaakt zijn, mooi worden gepresenteerd in een mand, in zakjes die dichtgebonden zijn met kleurige strikjes of in een zelfversierde doos. Maar toch kan het nog mooier en beter, en dat bewijst dit leuke boekje.

In Traktaties gezond & lekker geeft Tine Harleman drieëndertig voorbeelden van hoe je gezonde traktaties leuk kan verpakken zodat de kinderen na het verorberen van het lekkers nog iets overhouden om mee naar huis te nemen. Van een Danoontje maakt ze bijvoorbeeld een beertj, een feestelijk hoedje of kakelende kippen, doosjes smarties of rozijntjes worden omgetoverd in een toffe taart, feestvarkens of verhuisdoosjes, en mandarijntjes worden visjes, spelende poezen of leeuwen. Al wat je nodg hebt, is wat tijd, wat knutselmateriaal, dit boekje en de sjablonen die achterin het boekje zijn afgedrukt.

Met dit boekje is Tine Harleman niet aan haar proefstuk toe. Eerder schreef ze al in dezelfde sfeer de boekjes Knutselen voor kinderfeestjes (Forte Uitgevers, 2003) Kindertraktaties (Forte Uitgevers, 2003), Kindertraktaties knutselen (Forte Uitgevers, 2004) en De kindertraktatiegids (Forte Uitgevers, 2005) die gebundeld werden in Kindertraktatie Omnibus (Forte Uitgevers, 2006). Daarnaast publiceerde ze nog een aantal kinderknutselboekjes waarin ze steeds weer met nieuwe knutselideetjes op de proppen komt die relatief makkelijk en snel te maken zijn. Met haar ervaring als leerkracht in de basisschool weet ze perfect wat werkt en wat niet en wat haalbaar is.

Dit boekje is leuk vormgegeven en de instructies zijn duidelijk en helder. De foto’s van de afgewerkte traktaties tonen meteen wat het eindresultaat is en de sjablonen achterin het boek zijn op ware grote afgedrukt en maken het werk natuurlijk een stuk makkelijker. In dit boek vind je echter geen recepten voor het bereiden van traktaties zoals wel het geval is in het boek Kindertraktaties van Guusanke Vogt (Het Spectrum 2002). Dit is een knutselboekje dat op een originele manier aandacht vraagt voor de gezondere trakteeropties en tonnen inspiratie biedt voor ouders, kleuterleid(s)ters, leerkrachten van de basisschool en begeleid(s)ers van kinderknutselateliers en jeugdbewegingen. Met wat begeleiding en voorbereiding zijn de knutselwerkjes ook door kinderen te maken. Kortom, Een leuk werkboekje voor wie een apart tintje wil geven aan de verjaardag van de jonge spruit… en er wat tijd voor over heeft om het een en het ander in elkaar te knutselen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Traktaties grappig & gezond
Auteur: Tine Harleman
Fotografie: Gerhard Witteveen
Uitgeverij: Cantecleer / Tirion Uitgevers
Jaar: 2009
Collatie: 80 pp.
ISBN: 978-90-213-3841-5
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

vrijdag 11 september 2009

Brian Glover - Pompoen

Het geslacht Cucurbita bevat een twaalftal soorten die een veelvoud aan eetbare pompoenen opleveren. Gek genoeg is de enige die niet eetbaar is wel de bekendste omdat ze met Halloween talloze vensterbanken siert en voor veel mensen het oermodel van de pompoen vertegenwoordigt. Pompoenen hoeven trouwens niet altijd oranje te zijn, maar variëren in kleur van groen over geel naar oranje en rood, en er zijn er zelfs die wit zijn. De patisson of kardinaalshoed is de bekendste van die laatste categorie en wordt tegenwoordig in supermarkten ook in mini-formaat aangeboden. Die baby-vruchtjes zijn uitermate geschikt om op te vullen en als garnituur bij een gerecht of als voorafje te serveren. Alhoewel de patisson er niet direct uitziet als een pompoen, is ze dat wel. Net zoals de courgette, nog zo’n verrassing uit de pompoenwereld, en de spaghettipompoen – een pompoensoort waarvan het bereide vruchtvlees in spaghetislierten loslaat – behoort de patisson tot de Cucurbita pepo. De ‘squash’ in de titel van het Engelse origineel (Cooking with pumpkins and squash) betekent ook courgette. Naast deze onverwachte pompoensoorten zijn er natuurlijk ook nog de beter bekende types zoals Kabocha, Hokkaido, Turkse Tulband, Crown Prince, Musque de Provence en de flespompoen of butternut squash. Elk van deze types heeft zijn eigen uitgesproken smaak en en toepassingen. Aan het begin van dit boekje krijg je niet alleen een beknopt overzicht van de verschillende pompoensoorten, elk recept vermeldt ook expliciet welke pompoensoort er het beste geschikt is voor de voorgestelde bereiding.

Volgens de blurb bevat dit boek ‘meer dan 35 hartige én zoete recepten’ en dat is niet gelogen. Het zijn er namelijk 36 en die zijn onderverdeeld in vijf hoofdstukjes. Er zijn acht recepten voor kleine hapjes, zes voor soepen en salades, zes voor rijst- en pastagerechten, tien voor hoofdsgerechten en zes recepten voor zoetigheden en jam. Bij elk recept toont een paginagrote foto het resultaat.

Pompoen komt het beste tot zijn recht in combinatie met kruiden en specerijen zoals nootmuskaat, salie, komijn, tijm, koriander, rozemarijn en zwarte peper. De hartige recepten uit dit boek maken er dan ook uitbundig gebruik van en zijn beslist de moeite waard om uit te proberen. Pompoen wordt niet alleen verwerkt in soepen en stoofschotels, ze wordt ook samen met feta verpakt in filodeeg, dient geroosterd als vulling voor paddenstoelen of als smaakmaker in muffins. Van de pitten wordt dan weer pesto gemaakt.

Een uiterst origineel recept is de pompoenfondue die wordt geserveerd in… een pompoen natuurlijk. Dat oogt niet alleen mooi, de zachte smaak van de pompoen past ook zeer goed bij de scherpe, zoute smaak van de gesmolten Gruyere die is aangemaakt met witte wijn en look. Het pompoenbrood, waarvoor het recept ook in het boek staat, is ideaal om in de fondue te dopen.

Pompoen van Brian Glover is het tweede pompoenboek dat in amper een jaar tijd verschijnt. Eerder besprak ik al Het gouden pompoenenboek van Erica Bänziger en Michel Brancucci (De Lantaarn, 2008). Dit laatste boek is weliswaar uitgebreider dan Pompoen, maar beide boeken vertonen eenzelfde variatie in de gepubliceerde recepturen. Met Pompoen heb je een aardig boekje in huis met voldoende verrassende recepten om pompoenen wat meer op tafel te brengen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Pompoen
Auteur: Brian Glover
Fotografie: Peter Cassidy
Uitgeverij: J.H. Gottmer / H.J.W. Becht
Jaar: 2009
Collatie: 96 pp.
ISBN: 978-90-230-1258-0
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II
Oorspronkelijke titel: Cooking with pumpkins and squash (Ryland Peters & Small, 2008)

woensdag 2 september 2009

Giulia Melucci - Liefde, lust en pasta

Ik geloof niet in het onderscheid tussen vrouwen- en mannenliteratuur, net zo min als ik geloof in een onderscheid tussen gerechten voor mannen en voor vrouwen. Er bestaat geen literatuur die bestemd is voor een uitsluitend mannelijk of vrouwelijk publiek. Er zijn natuurlijk thema's die meer vrouwen dan mannen interesseren, en andersom, maar met de literariteit van de tekst heeft dat weinig te maken. Het fenomeen chicklit werd dan ook door marketingjongens en -meisjes van uitgeverijen bedacht om minder literaire teksten te promoten die gericht zijn op jongere vrouwen die niet noodzakelijk over veel literaire belangstelling beschikken. Met het werk van postfeministische schrijvers, waarvoor de term oorspronkelijk werd gebruikt, heeft dit weinig uitstaans.

Dé iconen van de chicklit zijn natuurlijk Bridget Jones’s Diary van Helen Fielding en Sex and the City van Candace Bushnells. In beide boeken zijn de protagonisten alleenstaande, vlotte vrouwen uit de grote stad met een min of meer interessante baan en een levendige belangstelling voor seksualiteit. Giulla Melucci’s debuut dat in het Nederlands verscheen als Liefde, lust en pasta, is daar helaas geen uitzondering op.

De ik-persoon in het boek is het autobiografische alter-ego van de auteur met dezelfde naam. Het verhaaltje is flinterdun, en de spanningsboog is onbestaande. De Engelstalige titel van het origineel geeft een goede samenvatting van het hele boek: I Loved, I Lost, I Made Spaghetti. In een aantal hoofdstukken krijgen we het anekdotische relaas van de liefdesperikelen en relatieproblemen van het hoofdpersonage en een aantal vriendjes waarmee ze, spijts haar onbedwingbare drang om voor hen te koken, toch geen geslaagde relatie mee kan ontwikkelen. De vele dagboekerige anekdotes worden onderbroken door eenenzestig recepten – en geen zesenzestig zoals de achterflap van het boek beweert – waaronder natuurlijk een aantal pastagerechten die steevast als troost moeten dienen na alweer een ontgoocheling of een mislukte relatie. De recepten zijn zowel voor klassieke Italiaanse gerechten uit de keuken van de moeder van de auteur, als voor haar eigen creaties die niet altijd even verfijnd of geslaagd zijn. De overgangen tussen de fictionele tekst van het boek en de recepten zijn net als die van een hele slechte DJ: voorspelbaar maar voor het grootste gedeelte onbestaande.

Net als het hoofdpersonage in het boek werd de auteur Giulia Melucci geboren in een Italiaans gezin in Brooklyn waar ze ook opgroeide. Ze werkte jaren in de uitgeverssector en schopte het tot Vice President of Public Relations bij Harper’s Magazine. Net zoals zovelen in deze sector spookte de droom van een eigen boek op de markt te brengen al die tijd door haar hoofd, tot ze zich, na de mislukte relatie met de jongen Lachlan uit het boek, aan de laptop zette en begon te schrijven over haar liefdesleven en de rol die koken en eten daarbij inneemt. Het resultaat is dit boek dat noch door zijn originaliteit in de verhaallijn, noch door zijn literaire taalgebruik uitblinkt. Vanwege het totale gebrek aan spanningslijn en compositie, is dit boek ook niet geschikt om in één ruk zonder enige tekenen van verveling uit te lezen. Zomaar twintig of dertig bladzijden overslaan in het boek heeft ook geen enkel effect op de leeservaring of op het begrip van het verhaal. De recepten zijn weliswaar ok, maar die kunnen het boek niet redden.

Als chicklit inderdaad een term is voor teksten met weinig literaire aspiraties die specifiek werden geschreven voor jonge vrouwen met al even weinig literaire belangstelling, dan is dit boek een geslaagd voorbeeld van deze vorm van lectuur. Culinaire literatuur is dit boek zeker niet. Daarvoor is de taal te weinig bijzonder en het verhaal te onbeduidend. Als mensen zonodig dagboeken willen volpennen over verloren liefdes, dat ze dat dan maar doen. Maar een echt auteur word je er niet door. Maar dit is dan ook de mening van een man, de dertig al een poos voorbij.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Liefde, lust en pasta
Auteur: Giulia Melucci
Uitgeverij: Uitgeverij Unieboek / Van Holkema & Warendorf
Jaar: 2009
Collatie: 287 pp.
ISBN: 978-90-475-0627-0
Kwalitatieve beoordeling: *
Moeilijkheidsgraad: II
Oorspronkelijke titel: I Loved, I Lost, I Made Spaghetti (Grand Central Publishing, 2008)