maandag 29 juni 2009

Pierre Wynants, Philippe Bidaine & Jan Van Hemeledonck - Carnet de Cuisine. Pierre Wynants. Comme chez Soi. Chez toi gelijk as chez moi

Ik heb werkelijk niets met voetbal. Erger nog, ik heb er een grondige hekel aan. Ik word ronduit pissig als voetbal te pas en te onpas wordt opgevoerd als een onvermijdelijk en essentieel onderdeel van het leven waarvoor alles en iedereen moet wijken. Ik heb tegenwoordig een voetbalkalender nodig om te weten wanneer ik mijn familie in het weekend kan bezoeken zonder uren in de file te moeten staan met joelende, sjerpenzwaaiende en brallende supporters die ervan overtuigd zijn dat dat ene doelpunt ook hun eigenste verdienste was. Het competitievoetbal heeft overigens niets te maken met gezondheid en, godbetert, voetballers zijn geen kunstenaars. Voetbal is een economisch systeem, voetbalclubs zijn bedrijven en voetballers zijn overbetaalde jongens die toevallig een talent hebben gekregen dat om louter commerciële redenen verder wordt ontwikkeld.

Natuurlijk kan dit ook allemaal van koken worden gezegd. De culinaire entertainmentindustrie draait op volle toeren en TV-chefs worden goed betaald voor hun media-optredens, maar er is één wezenlijk verschil. Zonder koken gaan we dood, zonder voetbal niet.

Dit Carnet de Cuisine van Pierre Wynants is dus mijn ding niet. Dit boek – met paarse kaft, hoe kan het ook anders – is doordrongen van Wynants bezetenheid (hij noemt het passie) van ‘zijn’ voetbalclub, RSC Anderlecht. Zowel in de teksten, de foto’s als in de recepten is het al Anderlecht wat de klok slaat. Met de keuze om het hele boek te concipiëren rond Wynants liefde voor zijn club, neemt de uitgever wel een groot risico. Het fanion van voetbalsupporters staat nu niet meteen bekend als gepassioneerde kopers van kookboeken en wie andere ploegen even passioneel bewierookt als Wynants, zal dit boek zeker links laten liggen. Voor wie oprecht in de recepten van Wynants geïnteresseerd is, werkt het hele Anderlecht-concept storend. Wie in Anderlecht geïnteresseerd is, kan in andere boeken betere en completere informatie vinden. Dit huldeboek lijkt wel gemaakt te zijn om in beperkte oplage uit te delen aan het bestuur, de spelers en de oudgedienden van de club, voor zover ze nog in leven zijn.

Het boek opent met een vriendelijk woordje van Paul Bocuse waarna de geschiedenis van de Comme chez Soi in een lezenswaardig stuk van zes bladzijden uit de doeken wordt gedaan. Pas in de laatste paragraaf wordt vermelding gemaakt van de banketten die Wynants voor RSCA verzorgde waarna we vier bladzijden tekst te verwerken krijgen waarin de hoogtepunten van de voetbalclub de revue passeren. Daarna nog drie bladzijden met kort loftuitingen voor oud-spelers en voetbalprominenten waaraan hij een aantal recepten in het boek opdraagt. Aan het einde van die tekst hervormt Wijnants zelfs in één moeite door de arbitrage en de verlengingen in het voetbal. En dan komen we eindelijk nog eens aan koken toe. In een tekst die qua lengte in schril contrast staat met de pagina’s die aan het voetbal zijn gewijd, wordt de huidige chef van de Comme chez Soi, schoonzoon Lionel Rigolet kort voorgesteld. Rigolet heeft de recepten van zijn schoonvader voor dit boek uitgevoerd en de bordschikking bedacht.

De vierenzestig recepten in dit boek zijn in acht thema’s gegroepeerd. Eerst krijgen we drie ‘Diversen’ zoals infusie van groenten, een boke met choco en een gehaktbroodje. Dan volgen drie ‘Koude Voorgerechten’ en tien ‘Warme Voorgerechten’ met schaal- en schelpdieren (mosselen, sint-jakobsvruchten en gamba’s) of slakken. Als hoofdgerecht serveert Wynants acht visgerechten (inclusief schaal- en schelpdieren), acht vleesgerechten en zes gerechten met wild en gevogelte. Die kunnen naar hartelust worden gecombineerd met de twintig garnituren uit het volgende hoofdstuk. Om af te sluiten krijgen we nog zes desserten na. De inhoudsopgave vooraan het boek en de index op ingrediënten achteraan maken het gebruik wat makkelijker.

Over de receptuur en de uitwerking kunnen we kort gaan want daar is niets op aan te merken. Wynants is een geroutineerde grootheid van de Belgische gastronomie en de auteurs Phillippe Bidaine en Jan Van Hemeledonck weten heus wel hoe recepten uitgeschreven worden. De kenmerkende fotografie van Philippe Debeerst moet je weten te appreciëren.

De slotsom is gauw gemaakt. Op culinair vlak past dit boek perfect in de kwalitatieve reeks Carnets de Cuisine. Het hele voetbalconcept zal vooral Mister Michel en de zijnen bekoren. Maar het is algemeen bekend dat Mister Michel nog nooit een poot uitgestoken heeft in de keuken.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Carnet de Cuisine. Pierre Wynants. Comme chez Soi. Chez toi gelijk as chez moi.
Auteur: Pierre Wynants, Philippe Bidaine & Jan Van Hemeledonck
Fotografie: Philippe Debeerst
Uitgeverij: Lannoo
Jaar: 2009
Collatie: 192 pp. – ill.
ISBN: 978-90-209-7779-0
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

vrijdag 26 juni 2009

Liz Franklin - Mama mia, ik kook zélf!

De Italiaanse keuken heeft haar populariteit te danken aan de eerlijke ingrediënten waarmee ze werkt en aan de eenvoudige bereidingen die deze ingrediënten volledig tot hun recht laten komen. Door die eenvoud is die keuken ideaal voor kinderen die de kookmicrobe flink te pakken hebben. Maar het is een illusie te denken dat kinderen dit helemaal zelf kunnen. Hoewel zowel de titel als de ondertitel benadrukken dat kinderen met dit boek zélf kunnen koken, is dat maar ten dele waar. Van de negenenvijftig recepten is er slechts één, die voor een groene bladsalade, waarbij geen hulp van een volwassenen is vereist. En dat heeft zo zijn redenen. Liz Franklin heeft ervoor gekozen om in dit boek volwassen recepten op te nemen en die uit te leggen aan kinderen. Eigenlijk verschilt de receptuur weinig van wat men doorgaans bij een ‘volwassen‘ kookboek te lezen krijgt, behalve dat Franklin telkens vermeldt dat de hulp van een volwassene moet worden ingeroepen wanneer het vuur moet worden aangestoken, wanneer de pasta moet worden afgegoten, wanneer de eieren moeten worden gesplitst of wanneer uiten moeten worden gepeld en fijngehakt. Aan de ene kan getuigt dat natuurlijk van veel verantwoordelijkheidsgevoel bij de kookboekenschrijfster, maar aan de andere kant kan je je de vraag stellen of recepten waarbij volwassenen nodig zijn bij meer dan de helft van de stappen eigenlijk wel geschikt zijn voor een kinderkookboek. Dit is dan ook eerder een kookboek dat erop gericht is kinderen veel te laten meehelpen in de keuken eerder dan dat ze zelfstandig aan de slag gaan. Wie de originele titel erop naslaat ziet direct dat de tegenstelling tussen wat de titel beweert en de inhoud van het boek door de vertaler werd gecreëerd. Dit is een vertaling van Cooking Italian with Kids (Ryland Peters & Small, 2008), en dus niet Cooking Italian for Kids. Het woordje with in de originele titel duidt op een relatie van het kind met de volwassene, iets wat in de vertaling van de titel volledig achterwege is gebleven. Vandaar de verwarring.

Na een inleiding over de geneugten van de Italiaanse keuken en een overzicht van de typische ingrediënten en het benodigde keukenmateriaal presenteren zes hoofstukken hun recepten: pasta; brood & polenta; antipasti, snelle lunches & snacks; hoofdgerechten; groenten & salades en zoetigheden & ijs. Een register op hoofdingrediënten is een handig hulpmiddel bij dit boek.

Elke recept wordt door de auteur ingeleid waarna de titel van het gerecht zowel in het Nederlands als in het Italiaans wordt gegeven. Bij de receptuur die uit overzichtelijke, genummerde stappen is opgebouwd, hoort een ingrediëntenlijst en een aanduiding van het aantal personen waarvoor wordt gekookt.

Het grote pluspunt van dit kookboek is dat het kinderen begeleidt in het klaarmaken van echte gerechten die rechtstreeks uit de Italiaanse eethuisjes en keuken schijnen te komen. Het is een leuk boek om als volwassene samen met de kinderen te ontdekken en eruit te koken. De vertaler had er dan ook beter aan gedaan de titel gewoon te vertalen naar Italiaans koken met kinderen, bijvoorbeeld. Minder catchy misschien, maar wel een titel die beter aansluit bij de inhoud van het boek.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Mama mia, ik kook zélf! Pasta, pizza en nog véél meer lekkers om zelf te maken
Auteur: Liz Franklin
Fotografie: Lisa Linder
Uitgeverij: Terra
Jaar: 2009
Collatie: 128 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5897-982-7
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II
Leeftijdsaanduiding: 6+

woensdag 24 juni 2009

Inmerc & Juliet van der Weijden - Kook ook Budget

Dat koken met een beperkt budget best wel lekker kan zijn, dat bewijst dit zevenentwintigste deeltje van de Kook ook-reeks van uitgeverij Inmerc. Precies 59 recepten voor gerechten die per persoon slechts 2 euro kosten werden verzameld in dit handige boekje dat beslist voor studenten een leuk kado is.

De inleiding staat vol van tips en goede raad voor een budgetvriendelijke keuken. Het algemene advies om seizoensproducten te kopen is veruit de belangrijkste. Niet alleen heb je dan uiterst smakelijke producten op je bord, het scheelt ook een stuk in je portemonnee, en je helpt het milieu ook nog een handje omdat die meestal niet van ver worden ingevoerd. De recepten zijn thematisch gegroepeerd in vijf hoofstukken: snelle gerechten; stevige maaltijdsoepen, broodmaaltijden, oven- en eenpansgerechten, rijst/pasta/aardappels en budgettoetjes.

Trouw aan de uitvoering van de reeks zijn de recepten in een heldere taal opgesteld en worden ze allemaal geflankeerd door een foto van het afgewerkte gerecht. De receptuur is stap voor stap opgebouwd en naast de ingrediëntenlijst worden ook nog eens de bereidings- en wachttijden vermeld. Achteraan staat een register op ingrediënt en op naam van het gerecht.

Niet alleen de gerechten uit dit boekje zijn goed voor het budget, het boek zelf is ook nog eens aantrekkelijk geprijsd en de investering meer dan waard. Wie dit boek koopt en eruit kookt, pakt in deze barre tijden gegarandeerd winst.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Kook ook Budget
Auteur: Inmerc & Juliet van der Weijden
Fotografie: Inmerc & Arjan Smalen
Uitgeverij: Inmerc
Jaar: 2009
Collatie: 144 pp. – ill.
ISBN: 978-90-6611-588-0
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 22 juni 2009

Hanny Roskamp - Wie mooi wil zijn moet slim eten

De wellness-industrie woekert met pseudo-wetenschappelijke statements die ons moeten doen geloven dat verschillende additieven uit noten, groenten en fruit in shampoos, crèmes en zalfjes een weldoende invloed hebben op de gezondheid van onze huid en ons haar. In Wie mooi wil zijn met slim eten bestrijdt Hanny Roskamp, chemicus en journaliste op het gebied van voeding en gezondheid, deze misleidende beeldvorming. De huid, aldus Roskamp, is een vrijwel ondoordringbaar stevig weefsel dat speciaal is ontworpen om zo veel mogelijk vreemde stoffen en andere invloeden buiten te houden. Menselijk haar is dan weer zo dood als een pier en helemaal niet in staat om wat dan ook op te nemen. Over het algemeen blijven de ingrediënten van crèmes en andere wellness producten precies daar waar je ze hebt aangebracht: op de huid of op het haar. En dat is maar goed ook, want sommige ingrediënten van die crèmes zoals conserveermiddelen (parabenen) wil je echt niet in je lichaam hebben. Er bestaan natuurlijk wel stoffen die de huid binnendringen, maar die moeten worden geregistreerd als geneesmiddel en het gebruik ervan is streng gereglementeerd. Veel efficiënter en slimmer is om van binnenuit te werken: “Als je natuurlijke cèmes gebruikt die avocado, haver of kaviaar bevatten, kun je beter je geld besparen en deze gezonde producten vaker op je menu zetten” is dan ook Roskamps conclusie.

In dit boekje bespreekt Roskamp dertig voedingsmiddelen die een weldaad zijn voor de gezondheid en de conditie van de huid en de werking van de hersenen kunnen bevorderen. Per voedingsmiddel bespreekt ze de algemene kwaliteiten en gaat ze dieper in op de verschillende anti-oxidanten en complexen die in het voedingsmiddel aanwezig zijn. Dit wordt algauw heel technisch en vereist een flinke chemische woordenschat en een inzicht in het fenomeen en de werking van de anti-oxidanten. Voor een goed begrip van de gebruikte woordenschat zorgt een verklarende woordenlijst aan het eind van het boek. Een algemeen inzicht in de verhouding en werking van de essentiële vitaminen en mineralen met een anti-oxiderende werking wordt echter nergens gegeven, zodat dit boek voor veel lezers moeilijke lectuur zal zijn. Een summiere uitleg over wat anti-oxidanten zijn, komt pas aan bod bij de bespreking van de bosbes, het vierde levensmiddel uit het boek. Mij lijkt het alsof dat stuk het begin had kunnen zijn van een goede inleiding die het boek nu moet ontberen.

Naast deze algemene analyse van de voedingsmiddelen vanuit het standpunt van de anti-oxidante, vitaminen en mineralen, verklapt Roskamp ook de beste manier om het voedingsmiddel te eten en geeft ze telkens één of twee recepten mee. Een bijpassend tabelletje geeft een overzicht van welke andere voedingsmiddelen ook hoge concentraties van het besproken werkzame bestanddeel bevatten. Een algemeen register ontsluit dit fraai vormgegeven boekje.

Wie mooi wil zijn moet slim eten biedt een mooi overzicht van welke voedingsmiddelen een positief effect op de gezondheid kunnen hebben. Door zijn systematische opbouw en zijn technische woordenschat doet het boekje wat wetenschappelijk aan. Maar de basisboodschap blijft overeind: “De manier om goede stoffen op te nemen is via de darm, waar ze eerst in ‘verteerbare’ brokken worden omgezet.” (p. 8) Of: gezonde voeding kan helpen om vrijwel alle welvaartsziekten te voorkomen. Mij komt het voor dat Roskamp materiaal en talent genoeg heeft om hierover een leesbaar en boeiend journalistiek essay over te schrijven waarbij dit boek als feitenverzameling kan fungeren.

[Edward Vanhoutte]

Titel: Wie mooi wil zijn moet slim eten
Auteur: Hanny Roskamp
Illustraties: Sue Doeksen
Uitgeverij: Becht / J.H. Gottmer
Jaar: 2009
Collatie: 136 pp. – ill.
ISBN: 978-90-230-1241-2
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: III


vrijdag 19 juni 2009

Nicoline Duinker-Joustra - Calorieëntabel

Bent u te dik? Dan vecht u tegen calorieën. Bent u te mager? Dan vecht u om calorieën. Bent u op het juiste gewicht? Dan kan het handhaven van dit gewicht ook een calorieëngevecht zijn.

Met deze openingszinnen verwelkomt diëtiste Nicoline Duinker-Joustra de gebruikers van deze calorieëntabel die inmiddels al aan zijn vierendertiste druk toe is en om en bij het miljoen exemplaren heeft verkocht. Duinker-Joustra publiceerde eerder de boeken Kijk op koolhydraten (Inmerc, 2006) en Kijk op calorieën en joules (Inmerc 2005) waarin ze de beginselen van de voedingsleer uit de doeken doet en waarin ze van heel wat voedingsmiddelen analysecijfers geeft van eiwit, vet en koolhydraten en bijzonderheden met betrekking tot ijzer, kalk, vitamines, vetzuren, voedingsvezels en zoetstoffen. Van deze boeken zijn al meer dan 1,2 miljoen exemplaren verkocht, wat op zijn zachtst gezegd indrukwekkende verkoopscijfers zijn. Maar als je bedenkt dat verschillende bedrijven zoals Montignac en Weight Watchers rond het principe van koolhydratenbeheersing en calorieëncontrole wereldwijd zakelijke succesverhalen schrijven met miljoenenomzetten, zijn dergelijke verkoopscijfers beter te begrijpen. Nog nooit is de mens zo compulsief met gewichtbeheersing bezig geweest als vandaag. Aan de ene kant is er de gefotoshopte beeldvorming in de media die ons een ideaal voorschrijft en aan de andere kant zijn de calorieën de laatste decennia alsmaar goedkoper geworden. In zijn boek In defense of food (Een pleidooi voor echt eten. Manifest van een eter, Arbeiderspers, 2008) analyseert Michael Pollan hoe het zo ver is kunnen komen dat er momenteel bij vele Amerikanen zowel verschijnselen van ondervoeding als van overvoeding worden gevonden.

Deze Calorieëntabel die eerder verscheen onder de titel Calorieën en Joulestabel is precies wat hij pretendeert te zijn: een alfabetisch gerangschikte tabel van meer dan 5.000 producten die in ca. 7.500 items worden uitgsplitst. Melk wordt bijvoorbeeld uitgesplitst in 29 items waaronder magere, halfvolle en volle melk, maar ook biestmelk, chodolademelk (mager, halfvol, vol en light); fruitmelk, karnemelk etc. Van elk product wordt de grootte van de standaardportie of de verkoopseenheid vermeld en het overeenkomstig aantal calorieën. Daarbij komt nog een vermelding van het aantal calorieën per 100g/ml van het product. Eigenlijk gaat het hier telkens om kilocalorieën, vandaar de afkorting kcal, maar die term wordt tegenwoordig nog weinig gebruikt. Hetzelfde geldt voor het begrip joule dat de internationale eenheid van energie is en dat wordt gebruikt om de voedingswaarde, dat is de energie, van levensmiddelen uit te drukken: één calorie is 4,18 joule. In tegenstelling tot de vorige drukken van deze tabel werden in deze herziene en vermeerderde versie de joules achterwege gelaten. In de tabel zijn de kcal. door middel van kleuren in 7 groepen ingedeeld zodat de gebruiker in een oogopslag kan zien of iets veel of weinig kcal. bevat. De kleurlegende wordt telkens onderaan elke bladzijde afgedrukt, wat handig is bij de consultatie van de tabel.

In de inleiding geeft Duinker-Joustra wat basisinformatie: de dagelijkse behoefte aan calorieën voor verschillende soorten mensen, richtlijven voor het gewicht van volwassen personen, een overzicht van het energieverbruik bij verschillende activiteiten en enkele tips voor een goeie omgang met calorieën.

Voor wie verantwoord met calorieën wil omgaan, is de Calorieëntabel van onschatbare waarde. Ook voor voedingsprofessionals is dit een standaardboek. Wie zijn dagelijkse opname van calorieën wil analyseren en op basis van deze tabel zijn of haar eigen dieet wil uitzetten heeft echter heel wat rekenwerk voor de boeg. De hele tabel moet beslist voor de auteur en voor collega-diëtisten en voedingsdeskundigen beschikbaar zijn als een gebruiksvriendelijke computerapplicatie of een eenvoudige spreadsheet. De vraag is dan waarom die niet bij dit boek werd geleverd. Dat was pas handig geweest.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Calorieëntabel
Auteur: Nicoline Duinker-Joustra
Uitgeverij: Inmerc
Jaar: 2009
Collatie: 136 pp.
ISBN: 978-90-6611-628-3
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II

woensdag 17 juni 2009

Véroniqe & Michel De Meyer - De creatieve kookbijbel

De hond begroet me blaffend – in het Frans kom ik later te weten – als ik de 250 m² grote en hoge studio van Véronique en Michel De Meyer in Beveren-Waas binnenstap. Het licht is gedempt, in het midden van de studio staat een grote tafel, waaraan we later zullen zitten. Het daglicht komt binnen via de deuren van de goed uitgeruste keuken waarin Véronique alle gerechten klaarmaakt die later door Michel worden gefotografeerd. Langs één wand staan muurhoge rekken met porselein, glazen, schalen, bestekken en allerhande stylingmateriaal. Ik kom binnen in het Walhalla van de kookboekenmaker. Ik word niet onthaald op varkensvlees en honingwijn, maar op kort aangebakken coquiles die op de opnametafel liggen te wachten tot Véronique Michels recente en haarscherpe opname op het grote beeldscherm goedkeurt. De taken zijn duidelijk. Véronique bedenkt de recepturen en werkt ze uit. Zij kookt ook alle gerechten die Michel fotografeert. Maar kookboeken maken doen ze samen, en dat is uniek. Ik ken geen enkel ander kookboekenduo van hetzelfde kaliber.

Samen zijn ze ook perfect tweetalig en ook dat is uitzonderlijk, en handig. Véronique schrijft en vertaalt zowel in het Nederlands als in het Frans en dat is een immens voordeel voor een kookboekenauteur. Zowel hun Franse boeken bij Flammarion als hun Nederlandse boeken bij Standaard Uitgeverij, Terra-Lannoo en Deltas komen uit één en dezelfde tekstverwerker. Dat scheelt natuurlijk een hoop onnauwkeurigheden en onhandige vertalingen, waarvan vertaalde boeken doorgaans bol van staan.

Bij Standaard Uitgeverij verscheen de afgelopen jaren een tiental van hun kookboeken waaronder Mosselen (2005), Aardappelen (2006), Wintergroenten (2007), Eieren (2007), Asperges (2007), Vis (2007), Varkensvlees (2007), Rundsvlees (2008) en Lamsvlees (2008). Uit dit indrukwekkende oeuvre plukte de uitgeverij de meest waardevolle recepten en stelde daarmee deze Creatieve kookbijbel samen. Ik telde 392 recepten die over acht hoofdstukken zijn verdeeld: aperitiefhapjes (38); soepen (31); voorgerechten en lunches (81); slaatjes (30); vis, schaal- en schelpdieren (51); vlees, wild en gevogelte (83); bijgerechten (40) en desserts (38).

Alle gerechten dragen zowel in tekst als beeld de onmiskenbare signatuur van het merk De Meyer. De receptuur is uiterst helder opgesteld met gevoel voor didactiek en organisatie. De ingrediëntenlijst is overzichtelijk en beheersd. De fotografie en de styling zijn van een constante, hoge kwaliteit en vertonen een eenheid, ook al werden de beelden oorspronkelijk voor verschillende publicaties gemaakt. Anders dan bij dergelijke publicaties en kookbijbels van andere auteurs is er in deze uitgave wel degelijk aandacht voor de lay-out, de fotografie en het spel met witruimte. Het resultaat is een aangenaam kookboek waarin ook rustig kan worden gebladerd en gekeken.

Een bespreking van de recepten uit dit boek is haast onmogelijk. Het rijke aanbod omvat klassiekers uit de Vlaamse, Franse, Mediterrane en Oosterse keuken en nieuwe creaties die hierop zijn geïnspireerd; snel-klaar-gerechten en recepten die wat tijd en voorbereiding vragen; vegetarische schotels en vlees-, vis- en wildgerechten; pasta’s, pizza’s, quiches, soepen, salades, stoofschotels, stamppot, wok, gefrituurde gerechten, brochettes enz. Het alfabetisch register op recept en het register op hoofdingrediënten achteraan het boek zijn handige wegwijzers. Ik had nog graag een inleiding gezien over het hoe en het waarom van dit boek en over de makers en een summiere verantwoording van de recepten met algemene verwijzingen naar de vorige uitgaven van Véronique en Michel De Meyer. Maar een bijbel mag ook altijd een tikje mysterie bevatten.

Met De creatieve kookbijbel in huis kan je meer dan een jaar lang elke dag een ander gerecht op tafel zetten zonder daarbij in herhaling te vallen. Dat daarbij resoluut werd gekozen voor een mooie boekverzorging waarbij de fotografie zijn rol kan spelen, doet alleen maar recht aan het duo De Meyer.

[Edward Vanhoutte]


Titel: De creatieve kookbijbel
Auteur: Véronique De Meyer
Fotografie: Michel De Meyer
Uitgeverij: Standaard Uitgeverij
Jaar: 2009
Collatie: 720 pp. – ill.
ISBN: 978-90-02-23271-8
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 15 juni 2009

Jelle Temmerman - Het vuur van Jelle. Aan tafel in d’Hoogeschool

Jelle Temerman won samen met zijn moeder Micheline de eerste reeks van de immens populaire reeks Mijn restaurant!. Als trouwe kijker van het Australische origineel My restaurant rules dat enkele jaren geleden op de lifestylezender Vitaya liep, bezwoer hij zijn vriendin dat, als er ooit een Vlaamse versie van het programma zou worden gemaakt, hij zou deelnemen en winnen. En zo gebeurde het precies. Om iets meer kans te maken geselecteerd te worden, schreef hij zich niet in met zijn vriendin, wat een te logische combine zou zijn, maar met zijn moeder Micheline die in avondonderwijs hotelschool volgde. De rest is geschiedenis.

Jelle’s restaurant d’Hoogeschool aan het Hogeschoolplein in Leuven is ondertussen een jaar open, en de timide jonge kok van toen is opengebloeid tot een zelfzekere chef die samen met zijn vriendin leiding geeft aan een tiental personeelsleden en tussendoor ook nog eens jureert voor het Vitaya programmma Kookstrijders België-Nederland. Micheline neemt haar vroegere job aan de VUB weer op en verdwijnt uit het dagelijkse beeld.

Met d’Hoogeschool kreeg Temmerman het voorbije jaar de kans om zijn eigen keuken verder uit te puren en zakelijk een nieuwe weg in te slaan. Het gastronomische restaurant verhuisde in april 2009 naar de bovenverdieping van het pand en serveert enkel nog een ontdekkingsmenu van 4, 5 of 6 gangen. Op de gelijkvloerse verdieping opende Temmerman een nieuwe zaak met de toepasselijke naam Le Bistro. Hier serveert Temmerman enkele klassiekers uit de bistro-keuken: garnaalkroketten, paté met brood, zeetong, paling in ’t groen, hoevekip in twee diensten, rundstartaar à la minute of onglet, al dan niet met versgesneden frieten, huisgemaakte kroketten, of echte puree. Veel van deze klassiekers zijn in dit boek terug te vinden.

In Het vuur van Jelle, dat Jelle Temmerman naar verluidt eigenhandig heeft geschreven, vertelt de auteur een persoonlijk verhaal dat doordrenkt is van passie en liefde voor het vak, zijn restaurant, eerlijke producten, en het belangrijkste van al: zijn gezin. Het boek opent met een vriendelijk woordje van Peter Goossens en onmiddellijk worden we geconfronteerd met het echte werk. In ongeveer een bladzijde – Ferran Adrià heeft daar welgeteld 528 pagina’s voor nodig – schetst Temmerman een dag in het restaurant. Daarna beschrijft de auteur hoe zijn passie voor koken, voor zijn gezin en voor zijn restaurant ontstond en groeide. In de volgende teksten beschrijft de jonge chef zijn karakter, geeft hij toelichting bij zijn inspiratie en creativiteit, geeft hij ons een rondleiding achter de schermen van het restaurant, vertelt hij over de verbouwing van Le Bistro, geeft hij en passant nog wat voedingstips voor wie jonge kinderen heeft, droomt hij over de toekomst en leren we hem kennen als muzikant en jongleur. Voor de lezer heeft hij ook heel wat tips in petto die hij presenteert als zijn gouden regels. En vooraleer we aan de recepten toe zijn, leren we ook welke messen, keukenmateriaal en keukenapparaten we zeker in huis moeten hebben.

Jelle Temmerman neemt drie soorten recepten op in zijn boek: vijftien basisrecepten zoals voor mayonaise, gastrique, bisque en brood; achttien recepten van d’Hoogeschool; en vijf recepten van Le Bistro. Dat eerlijke producten centraal staan in Temmermans keuken, wordt mooi weerspiegeld in de organisatie van de recepten van d’Hoogeschool. Er worden telkens drie recepten gegeven met garnalen, coquilles, paling (en ja, de paling in ‘t groen staat erin), mango, en eieren en melk. Tussendoor staan er ook nog drie recepten ‘met kliekjes’. De drie recepten die Temmerman in het boek Mijn restaurant! publiceerde, staan trouwens ook in dit boek.

Het vuur van Jelle is een leesboek geworden met leuke recepten en culinaire infotainment. De teksten zijn vlot geschreven en Temmerman weet zijn lezers te boeien die over een gezonde human interest beschikken. De Nobelprijs Literatuur zal Temmerman er evenwel niet mee winnen, maar dat is ook zijn bedoeling niet, evenmin als het zijn bedoeling is om in de Michelingids potten te breken. Mocht hij toch in aanmerking willen komen voor de Nobelprijs voor de kookkunst, een ideetje dat hij terloops lanceert in dit boek, dan gaat hij best te rade bij de Zweedse en niet de Noorse Academie (p.12). Dit is met stip het beste spin-off product van het programma Mijn restaurant!

[Edward Vanhoutte]


Titel: Het vuur van Jelle. Aan tafel in d’Hoogeschool
Auteur: Jelle Temmerman
Fotografie: Andrew Verschetze & Joris Devos
Uitgeverij: Davidsfonds
Jaar: 2009
Collatie: 156 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5826-631-6
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

dinsdag 9 juni 2009

Hilde Smeesters - Mijn restaurant!

Nu we weten dat Claudio en Gaëlle van het Kortrijkse restaurant Dell’Anno de winnaars zijn van de tweede reeks van het VTM-programma Mijn restaurant!, wordt dit boek opeens een heel vreemde publicatie waarvan de houdbaarheidsdatum snel verstreken is. Drie maanden lang was Mijn restaurant! tweemaal per week een kijkcijferkanon met pieken boven het miljoen kijkers. Het is dan ook evident dat men dit succes op crossmediale wijze probeert te verzilveren door een boek op de markt te brengen. Helaas heeft die marketingreflex voor een groot stuk de inhoud van het boek gehypothikeerd. Vier van de tien restaurants die in dit boek worden belicht, hebben inmiddels gedwongen hun deuren moeten sluiten, en de reportages over de verschillende restaurantkoppels werden, gezien de productietijd die aan de publicatie van een dergelijk boek voorafgaat, aan het prille begin van hun restaurantavontuur gemaakt. Dat levert veel teksten op die vol veronderstellingen staan waar de lezer op het moment dat het boek in de winkels lag, het antwoord al op wist. We lezen bijvoorbeeld: ‘Voor de bediening zal Wendy er vooral op letten dat de mensen zich op hun gemak voelen’ of ‘Voor de zaal gaat Tom op zoek naar vriendelijk personeel met een goed voorkomen.’ Ook wat op de foto’s staat is ondertussen soms achterhaald. Sommige keukenbrigades op de foto zijn niet die waarmee de verschillende restaurants al dan niet succes hebben geboekt, en dat is toch vooral jammer voor de souvenirwaarde die dit boek had kunnen hebben.

Waar de verliezers van de eerste reeks van dit programma de kans nog kregen het huurcontract en de uitrusting van het restaurant van het productiehuis over te nemen, verloor wie niet won in de tweede reeks niet alleen het restaurant, maar ook het concept en de naam. Wat dat in de praktijk betekent, zal wel in de kleine lettertjes van de contracten staan, maar zeker is dat Ben en Dominique, bijvoorbeeld, hun jarenlange droom nooit meer zullen kunnen verwezenlijken omdat ze hun droomconcept (Franse sterren in een zeventiger en tachtiger jaren decor) hebben gebruikt voor het programma. Die tragiek had een mooie achterafreportage kunnen opleveren, was het boek anders geconcipieerd geweest. Dat neemt niet weg dat Hilde Smeesters als auteur met verve deze spoedjob heeft vervuld. Haar teksten lezen aangenaam en zijn vlot geschreven. In de teksten laat ze de deelnemers aan het woord over drie thema’s, namelijk ‘Het duo’, ‘De locatie’ en ‘De ambitie’.

Van elk restaurant zijn er in dit boek telkens een recept van een voorgerecht, een hoofdgerecht en een dessert opgenomen. In één van die recepten krijgt Grimbergen – hoofdsponsor van het programma – een rol als ingrediënt of als begeleider (als het glas Grimbergen maar mee op de foto kon). Maar, en dat is weer aan de timing van het boek te wijten, die recepten zijn niet de signatuurgerechten van de verschillende chefs of restaurants. Wie de receptuur voor de gerechten van La Scène verzorgde, is zelfs totaal onduidelijk. Ben en Dominique stonden zelf niet achter de stoof, en het restaurant wisselde tijdens de loop van het programma van keukenploeg.
De vijf restaurants die hun deelname aan de eerste reeks van het programma wisten te verzilveren, lijken de meubels te moeten redden en worden in vijf provinciehoofstukjes gekoppeld aan de deelnemers van 2009. Hier is de timing van het boek – ongeveer een jaar na de opening van hun restaurant – wel correct. Dit levert interessantere teksten op die het korte traject schetsen dat deze restaurants tot nog toe hebben afgelegd: van de deelname aan het programma en de bijhorende droom tot de realisatie vandaag en de plannen voor de toekomst. Ook van deze restaurants krijgen we telkens drie recepten voorgeschoteld (al dan niet met Grimbergen) die wel typerend zijn. Het verbaast wellicht niemand dat Jelle Temmerman die vorig jaar de wedstrijd won, hier zijn signatuurrecept voor paling in ’t groen publiceert.
De items over de restaurants worden afgewisseld met tien lifestyle teksten die onder de noemer 'Mijn thuisrestaurant' telkens een thema behandelen zoals bier, champagne, tafeldekken, het koken voor grotere groepen en etiquette aan tafel. Elk provinciehoofdstuk wordt afgesloten met enkele adresjes van andere restaurants. Hoe die werden geselecteerd, komen we nergens in het boek te weten. Het boek wordt ingeleid met een reportage over het Hof van Cleve en drie gerechten van Peter Goossens die ongetwijfeld als lokkertje moeten dienen.

De keuze om dit boek een maand voor de grote finale van de tweede reeks van Mijn restaurant! op de markt te brengen, blijkt zeer ongelukkig te zijn voor de inhoud van het boek dat al gedateerd was nog voor het verscheen. Nooit was de hype voor een dergelijk human interest programma in Vlaanderen groter, dus commercieel gezien was die keuze de enige juiste.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Mijn restaurant!
Auteur: Hilde Smeesters
Fotografie: Anouk Van de Wal & Heikki Verdurme
Uitgeverij: Lannoo
Jaar: 2009
Collatie: 208 pp. – ill.
ISBN: 978-90-209-8382-1
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

zaterdag 6 juni 2009

Joyce Huisman - Iedere gek kan koken

In Iedere gek kan koken presenteert Joyce Huisman een eenvoudige basiskeuken die binnen het bereik ligt van iedereen die inkopen kan doen in een supermarkt. Geen ingewikkelde bereidingen hier of een bewerkelijke mise en place, maar zestig eenvoudige no-nonsense recepten die in minder dan 20 minuten op tafel staan en waarvoor je gemiddeld vijf ingrediënten nodig hebt.

Het boek is ingedeeld in vijf hoofdstukken waarvan er drie de voornaamste maaltijden van de dag behandelen, te weten het ontbijt, de lunch en het diner. Die worden aangevuld met twee hoofdstukjes met zoete en hartige gerechtjes die gedurende de hele dag inzetbaar zijn als tussendoortjes of als hapje bij het aperitief of de koffie. De ontbijten zijn aan de stevige kant en zijn ideaal voor een snelle maar creatieve ochtendverwennerij in het weekend. Met twee kinderen in huis die elke ochtend op tijd op school moeten zijn terwijl de ouders naar hun voltijdse job moeten, zie ik mezelf de doordeweekse ochtendboterham niet snel vervangen door gevulde croissantjes met verse aardbeien, american pancakes met crème fraîche, peer en honing of een pannenkoektaartje met perzik. Aangezien dit een Nederlands boek is, zijn de lunches aan de lichte en de sobere kant, een trend die ook Vlaanderen meer en meer in zijn greep krijgt. Kleurrijke broodjes, salades, en soepjes vullen dan ook dit hoofdstuk. In Nederland is het avondeten immers de belangrijkste maaltijd van de dag. Vandaar dat het hoofdstukje ‘diner’ wat steviger kost bevat. De recepten in dit hoofdstuk hebben een duidelijke mediterrane of Oosterse invloed waaronder een aantal pastagerechten, en maken gebruik van ingrediënten die snel klaar zijn zoals vis of kip. Toch staat er ook een biefstukje op het menu of een kalfsschnitzel met champignons. De zoete gerechten zijn afwisselend fris en gezond met veel fruit en smeuïg en zondig met veel mascarpone, chocolade, en slagroom. Nederlandse kookboeken maken trouwens een verschil tussen slagroom en crème fraîche, iets wat men in Vlaanderen minder goed kent. De hartige hapjes kunnen perfect dienen om een opkomend hongertje te stillen of om als hapje vooraf of klein voorgerechtje te worden geserveerd.

De recepten worden genummerd van 1 tot 48. Toch zijn er zestig recepten in het boek opgenomen want recept 10 geeft vier recepten voor ontbijtshakes en recept 20 bestaat uit tien recepten voor maaltijdstokbroden. Het boek bevat geen inhoudsoverzicht van alle recepten, maar bevat wel een alfabetisch register op de kernwoorden van de receptnaam. Achteraan zijn ook nog twee gelijnde pagina’s opgenomen waarop de gebruiker aantekeningen kan maken.

Elk recept kent een uniforme vormgeving en elk hoofdstuk gebruikt daarbij zijn eigen steunkleur. De recepten zijn over het algemeen voor twee personen berekend en vermelden bij de ingrediëntenlijst waar men bepaalde kant-en-klaar ingrediënten zoals pesto of chilisaus kan kopen, al blijf ik het begrip ‘goed gesorteerde supermarkt’ vreemd vinden. De bereidingswijzen worden in maximaal vijf stappen beschreven en zijn eenvoudig en voor een groot publiek toegankelijk. Veelal staan bij het recept nog een of meerdere tips met suggesties voor variatie. Elk gerecht werd gefotografeerd door Arjan Smalen en een kleinere inzetfoto toont ook alle ingrediënten die worden gebruikt. Een enkele keer is dat bij de compositie van het boek misgelopen en werd een verkeerde ingrediëntenfoto geplaatst, met name bij recept 14 die de foto van recept 19 herhaalt.

Joyce Huisman schreef met Iedere gek kan koken een complexloos basiskookboek voor een breed publiek dat met een minimum aan ingrediënten een eenvoudige maar creatieve maaltijd op tafel wil zetten.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Iedere gek kan koken
Auteur: Joyce Huisman
Fotografie: Arjan Smalen
Uitgeverij: Inmerc
Jaar: 2009
Collatie: 120 pp. – ill.
ISBN: 978-90-6611-743-3
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: I