woensdag 25 februari 2009

Marcus Wareing, Shaun Hill, Charlie Trotter & Lyn Hal - Handboek Snijtechnieken. Voorsnijden, hakken, kleinsnijden, fileren

Ooit al eens in je vinger gesneden? Hopelijk gebeurde dat dan met een vlijmscherp mes van goede kwaliteit. Het voordeel van een degelijk mes is dat je daarmee een zuivere snede krijgt die sneller geneest. In het ergste geval zal de chirurg beter werk kunnen leveren dan bij een verhakkelde wonde veroorzaakt door een bot en goedkoop mes. Overigens is het risico op ongelukken bij een correct gebruik van een professioneel en scherp mes minimaal. In de keuken levert een goed mes ook een opmerkelijke tijdswinst op. En daar kan natuurlijk niemand tegen zijn.

Een goed mes is niet goedkoop. Maar een goed gekozen en goed onderhouden mes gaat ook een heel leven mee. In het eerste deel van dit Handboek Snijtechnieken (vertaling van Knife Skills, Dorling Kindersley, 2008) geven de auteurs de nodige achtergrond die je nodig hebt bij een weloverwogen keuze voor een bepaald mes. In een prettig lezende en toegankelijke taal die in heel het boek wordt gehanteerd, krijgt de lezer advies bij de keuze, gebruik en onderhoud van een mes. Hierbij wordt de anatomie van een mes behandeld en wordt de lezer ingewijd in de geschiedenis van het mes. Vervolgens worden in woord en beeld overzichten gegeven van de moderne messen die op de markt zijn, de soorten messen (21 in totaal), ander (scherp) snijgereedschap.en garneergerei. Eens de aanschaf van een mes achter de rug is, garandeert een goede en veilige hantering en een goed onderhoud een lange levensduur. Het boek geeft hierbij advies in enkele hoofdstukjes die weerom duidelijk worden geïllustreerd. Vooral de handleidingen voor het slijpen en aanzetten van een mes zijn verplichte lectuur voor de meeste culinaire messentrekkers.

Gewapend met zoveel bagage en met een goed mes kan het tweede deel van het boek worden aangesneden. Hierin leert de lezer de nodige snijtechnieken die in verschillende hoofdstukken worden toegepast op groenten, vis, schaal- en schelpdieren, vlees, wild en gevogelte, deeg en desserts en fruit. Bij elk van die technieken staat de veiligheid bij een correct gebruik van het mes voorop. De inhoud van dit boek is te rijk om in het bestek van deze recensie te behandelen. Werkelijk elke denkbare snijtechniek m.b.t. de vernoemde voedingsmiddelen komt aan bod. Van het snijden van mirepoix, battonets, julienne, blokjes, ruiten of sterren van groenten, over het fileren van rond- en platvis, het openen van oesters en het versnijden van kreeft en krab, tot het uitbenen van een lamszadel, het versnijden van nieren en lever en het fileren van een kip. Toch is er één techniek die er niet instaat. Volgens het boek wordt Serranoham versneden op een elektrische snijmachine, terwijl het snijden van flinterdunne plakjes van het been toch een wonderlijke techniek is die wat meesterschap vereist. Jammer dat daar geen aandacht wordt aan besteed.

Dit boek is absoluut verplicht materiaal voor iedere hobbykok die efficiënt wil werken in de keuken en die de grenzen van zijn creativiteit niet wil laten afhangen van een beperkte kennis van snijtechnieken. Dit boek is overigens ook uitermate geschikt als didactische ondersteuning van lesgevers die cursisten snijtechnieken moeten bijbrengen.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Handboek Snijtechnieken. Voorsnijden, hakken, kleinsnijden, fileren
Auteur: Marcus Wareing, Shaun Hill, Charlie Trotter & Lyn Hal
Fotografie: Martin Brigdale & William Reavell
Uitgeverij: Fontaine Uitgevers
Jaar: 2008
Collatie: 224 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5956-263-9
Kwalitatieve beoordeling: *****
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 23 februari 2009

Robyn Russell - Glutenvrij snel & makkelijk

Coeliakie (spreek uit seuliakie) is een aandoening die wordt veroorzaakt door een overgevoeligheid voor gluten. Dit is een eiwit dat voorkomt in tarwe, haver, rogge, gerst, kamut en spelt en dat het darmslijvlies van de dunne darm beschadigt. Hierdoor worden noodzakelijke voedingsstoffen niet goed meer opgenomen en ontstaat er, onder andere, een tekort aan vitamines en ijzer. Glutenintolerantie kan gepaard gaan met zeer onaangename verschijnselen zoals depressiviteit, bloedarmoede, botontkalking, overgeven, etc. Daarenboven kan overgevoeligheid voor gluten ook een jeukende huidaandoening als gevolg hebben (dermatitis herpetiformis). De enige manier om deze klachten te voorkomen of bestrijden is het levenslang volgen van een zeer strikt glutenvrij dieet waarin geen enkele van bovengenoemde granen voorkomen. Dit vereist niet alleen een grote discipline van wie direct met glutenintolerantie geconfronteerd wordt, maar ook met de omgeving. Zoals de auteur van dit glutenvrije kookboek aangeeft, heeft de intolerantie zijn weerslag op het sociale leven. Uit eten gaan is quasi uitgesloten en in familie- en vriendenkring ontbreekt dikwijls de kennis en de motivatie om glutenvrij te koken. Een pastaatje of een kroketje mogen immers niet, en brood en gebak moet glutenvrij zijn. De natuurwinkels, en meer en meer ook de supermarkten hebben wel een aanbod glutenvrije producten, maar er is zoveel meer mogelijk. En dat bewijs dit kookboek.

De auteur Robyn Russell heeft zelf een glutenintolerantie en was uitgekeken op het karige ‘alternatieve’ aanbod van glutenvrije kookboeken. Daarom besliste ze om er zelf een te maken ‘waarin uitgebreid beschreven wordt welke producten u kunt eten en waarin prachtige foto’s van de gerechten staan.’ Russell is erin geslaagd een kookboek te maken dat voor iedereen spannend en interessant is en dat zich met alle gemak onttrekt aan kenmerk een dieetkookboek te zijn. Het is gewoon een leuk kookboek met recepten voor echt, vers en smakelijk eten dat toevallig glutenvrij is.

De negenentachtig recepten worden over vijf hoofdstukken verdeeld die thematisch wel steek houden maar die verder niet aan bod komen bij een inhoudsopgave of de index. In een eerste deel ‘Om mee te beginnen’ geeft Russell enkele eenvoudige gerechten die meteen de toon zetten en een prelude vormen voor wat volgt: zoete pannenkoekjes met blauwe bessen, gebakken eieren met spinazie, kedgeree met zalm en piperade, stuk voor stuk aankondigingen van meer lekkers in de volgende delen. Salades, soepen en snacks worden in het volgende hoofdstuk gegroepeerd waarna een deeltje hapjes en fingerfood volgt ‘voor bij een drankje’. En dan is het tijd om de stevige trek te stillen. Recepten voor lunch en dinergerechten worden afgewisseld met interessante bijgerechten zoals gebakken polenta, panzanella; koekjes van zoete aardappel en ratatouille. De hoofdgerechten worden gesprokkeld uit alle delen van de wereld: Aziatische loempiaatjes en rundersalade, mediterrane lamschotels, Zuid-Amerikaanse Jambalaya, Griekse kipsouvlaki met tzatziki, of dichter bij huis gepocheerde zalm met hollandaisesaus of kip pet prei in wittewijnsaus. In een afsluitend deel worden 22 recepten voor zoetigheden gegeven. Taarten, koekjes, puddinkjes, cakes, muffins… het komt allemaal aan bod. Het boek besluit met een lijst van producten die je in de glutenvrije voorraadkast moet staan hebben, en een alfabetische index op recept. Bij het boek hoort overigens ook een (Engelstalige) website www.glutenfreeandeasy.com.

De grote verdienste van dit kookboek is dat het er niet anders uitziet dan een goed ‘gewoon’ kookboek. Bij lezing van de receptuur valt het bijna niet op dat er consequent voor glutenvrije producten wordt gekozen, behalve dan waar de auteur aanduidt van welke producten het etiket goed moet worden gecontroleerd. De recepten zijn ook makkelijk uit te voeren en de heldere vertaling draagt daartoe bij.

Met deze verzameling recepten die mooi in beeld zijn gebracht door de jonge fotografe Elizabeth Grinn heeft niemand nog een excuus om binnen te blijven. Wellicht is dit boek nog het meeste geschikt voor wie een vrienden heeft die glutenintolerant zijn. Niet om weg te geven, maar om zelf te houden en eruit te koken als het bezoek zich aanmeldt.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Glutenvrij snel & makkelijk
Auteur: Robyn Russell
Receptuur: Robyn Russell
Fotografie: Elizabeth Ginn
Uitgeverij: De Lantaarn
Jaar: 2008
Collatie: 180 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5426-430-9
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

vrijdag 20 februari 2009

Eric De Maerteleire - Geschiedenis op uw bord. Leuke verhalen over het ontstaan van de naam van gerechten en voedingsmiddelen

Wil je weten welk verhaal er achter de term ‘bain marie’ steekt, wie er zijn naam aan de sandwich heeft gegeven, vanwaar de naam ‘Schweppes’ komt, hoe de Worcestersauce of de sorbet werd ontwikkeld en of de hamburger wel uit Hamburg komt? Dan is Geschiedenis op uw bord een geschikt boek. Eric De Maerteleire, bio-ingenieur van opleiding en hoofd van het Gentse Stadslaboratorium houdt zich dagelijks bezig met de analyse van voedingsmiddelen. Na zijn dagtaak verdiept hij zich in de relatie tussen voeding en gezondheid en over dit thema geeft hij ook geregeld lezingen voor een breed publiek. Voor datzelfde brede publiek schreef hij met Geschiedenis op uw bord een boek waarin verhalen over het ontstaan van de naam van 100 voedingsmiddelen en gerechten worden verzameld.

De hoeveelheid gegevens die De Maerteleire in dit boek presenteert, is ronduit indrukwekkend. Etymologie, geschiedenis, culinaire anekdotes, wetenswaardigheden en persoonlijke reflecties zorgen voor een afwisselend geheel met een hoge informatiewaarde. De honderd items worden gegroepeerd in negen thematische hoofdstukken die vanuit culinair oogpunt eigenaardig zijn samengesteld. Zo worden desserts in hetzelfde hoofdstuk gepresenteerd als tapas en zakuski, worden macaroni, pita, chips, frangipane en brioche samengezet in een hoofdstuk dat de algemene naam ‘zetmeelproducten, koekjes en andere vullers’ meekreeg, staat alcohol niet in het hoofdstuk ‘Dranken, aperitieven en nog sterker’, en hoort zout thematisch blijkbaar niet bij peper. In het laatste hoofdstuk, dat onder de titel ‘Een bont allegaartje’ wellicht een soort opruimfunctie vervulde voor de auteur, staat een vreemde eend in de bijt. In tegenstelling tot de andere 99 items uit het boek is ‘restaurant’ immers geen voedingsmiddel of een gerecht. De behandeling van ‘restaurant’ zou een perfecte insteek geweest zijn voor de inleiding bij dit boek.

De indeling van het boek is helaas niet het enige waar een stevige redactie het verschil had kunnen maken. De blurb en de persteksten beloven de lezer een aangenaam leesbaar en fris boek dat vlot geschreven is. Ik heb mij door het boek moeten slepen. De Maerteleire mag dan al een uitstekend wetenschapper zijn en een begenadigd causeur, docent en spreker, een rasverteller op papier is hij niet. De enorme rijkdom aan gegevens wordt teveel gepresenteerd in de vorm van… gegevens, die het liefste nog chronologisch geordend zijn. Systematisch is het allemaal wel, en dat is belangrijk voor een wetenschapper, maar spannend en sprankelend is het niet, en dat is nu net belangrijk voor een auteur. De stijl van dit boek is licht archaïsch en het consequente gebruik van de beleefdheidsvorm (het begint al bij de titel) werkt storend, alsook de voortdurende aankondigingen van wat de auteur zal doen of vertellen.

Een tweede Bart Van Loo is Eric De Maerteleire niet. Toch verdient de auteur alle lof voor de aanzienlijke verzameling informatie die hij in dit boek bijeenbracht.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Geschiedenis op uw bord. Leuke verhalen over het ontstaan van de naam van gerechten en voedingsmiddelen
Auteur: Eric De Maerteleire
Uitgeverij: Roularta Books
Jaar: 2008
Collatie: 304 pp. – ill.
ISBN: 978-90-8679-148-4
Kwalitatieve beoordeling: **
Moeilijkheidsgraad: II

woensdag 18 februari 2009

Liesbeth Inghelram & Robert Inghelram - Sweet Belgium

België wordt over het algemeen geïdentificeerd met bier, chocolade en frieten en veel minder met allerlei zoetigheden zoals snoep, koek, gebak of patisserie. Nochtans zijn het toch ook en vooral die zoetigheden die je mist als je voor een langere tijd in het buitenland bent. De mierzoete gebakjes aan de Middellandse zee zijn net iets te zoet, het Oostenrijkse gebak net iets te robuust, en het assortiment in Groot-Brittannië ronduit belachelijk. De reizigers met culinaire heimwee kunnen voortaan dit boek meenemen en tezelfdertijd ons land promoten. Sweet Belgium presenteert precies 150 zoetigheden uit België met sobere foto’s die de focus op het product leggen en beknopte teksten die net voldoende informatie geven om een interessant gesprek aan te knopen bij het degusteren van de een of de andere zoetigheid. Door de drietalige versie (Nederlands, Engels en Frans) is het ook de perfecte gids voor de toerist in België die zich afvraagt wat al dat lekkers in de uitstalramen wel is. Waarom de teksten niet ook in het Duits worden aangeboden, toch de derde landstaal en een grote potentiële markt, is onduidelijk.

In de inleiding stellen de auteurs de terechte vraag of het typische Belgische karakter van zoetigheid wordt bepaald door de populariteit van een product op ons grondgebied of door zijn Belgische oorsprong. Ze formuleren hun antwoord op die vraag met de presentatie van een selectie van gebak, koek, taart, ijs, chocolade en snoep die illustraties zijn van beide mogelijkheden. Overigens zijn de auteurs perfect gecast: Robert Inghelram is banketbakker van opleiding en beroep en zijn dochter Liesbeth is historica en wetenschappelijk medewerkster bij het bakkerijmuseum in Veurne dat door haar vader werd gesticht. Robert Inghelram schreef eerder al het boek Gebak met geschiedenis (Davidsfonds, 2005).

Alhoewel de ordening in het boek louter alfabetisch is op de oorspronkelijke naam, kan er na lectuur toch een bepaalde onderverdeling in worden aangebracht. Enerzijds zijn er klassiekers uit de patisserie en confiserie die bij ons geliefd zijn en dus – eventueel in een specifieke variant – tot het Belgische culinaire erfgoed zijn gaan behoren. Van sommige van die klassiekers (marsepein, Saint-Honoré, pêche Melba, Dame blanche, merveilleux of kattentongen) is de oorsprong te achterhalen, van anderen is die eerder onbekend (toverbal, koffiekoek, Javanais, gommen). Anderzijds zijn er producten die hun oorsprong vinden in België en die al dan niet aan een bepaalde streek worden gelinkt. De zure Napoleon bonbons bijvoorbeeld mogen dan al een Antwerpse creatie zijn uit 1912, niemand zal dit succesvol snoepje met de streek rond Antwerpen identificeren. Anders is het gesteld met die producten die buiten het originele oorsprongsgebied niet of nauwelijks gekend zijn, laat staan te verkrijgen zijn. Een voorbeeld hiervan is de vollaard of cougnou die zowel aan de kust als in Charleroi, Borinage, Doornik, Andenne en de streek tussen Samber en Maas wordt verkocht (patacon inbegrepen) maar daarbuiten weinig bekendheid geniet. Deze lokale nieuwjaarskoek is verwant aan de Sint-Maartenkoek of de Mantepaard die in andere streken rond de feestdag van de respectieve heiligen traditioneel wordt gegeten. De Mantepaard of Sint-Niklaaskoek staat overigens niet in dit boek. Nog typische voorbeelden zijn die lekkernijen waarvan de plaats van oorsprong in hun naam verwerkt zit: Lierse vlaaikes, perentaart uit Avelgem, couque de Dinant, Brugs achtje, Bernardin de Fleurus, etc. Een speciale categorie zijn die producten die dan wel als streekproduct worden gelanceerd, maar die nog niet echt voet aan de grond hebben gekregen en zelfs bij de lokale bevolking niet of nauwelijks gekend zijn. Meestal werden die zoetigheden recent gecreëerd ter gelegenheid van een of ander evenement of gewoon om de streek te promoten. Zo bijvoorbeeld het Brugs bolleke, een rond bladerdeeggebakje met banketbakkersroom, frambozenjam en hazelnotepraline dat in 2005 werd gecreëerd om het Brugse ommeland te promoten. Andere voorbeelden zijn de Clovis uit Doornik (1982), de soldantenkoek uit Kampen (1985) en de Ezelstaart uit Kuurne (1989). De vreemde eend in de bijt in dit boek is het zoethout. Toegegeven, dit kalissiehout wordt door kinderen gewaardeerd als natuurlijk snoepgoed waarop uren kan gezogen en gekauwd worden, maar het is een grondstof en geen bereiding zoals de 149 andere items in dit boek.

De vertalingen naar het Engels en het Frans zijn van zeer goede kwaliteit maar zijn soms letterlijk van Wikipedia gehaald. Daarbij wordt vrolijk voorbijgegaan aan het copyleft-principe. Nochtans werd Wikipedia niet consequent als onderzoeksinstrument gebruikt door de auteurs, anders hadden ze de oorsprong van de soes 125 jaar eerder kunnen situeren.

Het encyclopedische drietalige concept zorgt ervoor dat dit boekvoor de ene persoon een leuk hebbedingetje is, voor de andere is het dan weer een handig naslagwerk, en het lijkt me vooral een perfect relatiegeschenk te zijn voor buitenlandse vrienden, kennissen of klanten. Met de aandacht die er momenteel gaat in de toeristishe sector naar de terroir en de culinaire cultuur van het land zal het ook daar zeker een afzetmarkt vinden.Wie de lokale lekkernijen proeft, komt immers heel wat over het land te weten.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Sweet Belgium
Auteur: Liesbeth Inghelram & Robert Inghelram
Fotografie: Group Van Damme
Uitgeverij: Stichting Kunstboek
Jaar: 2008
Collatie: 320 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5856-288-3
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 16 februari 2009

Diana Dubois & Diane van Dijk - Sonnie de weggelopen roti-pannenkoek / Sonnie’s Pannenkoekenboek. Bakboek voor de hele familie

De Japanse Masato Shimon verkocht in 1975 meer dan 4,5 miljoen platen van het liedje Oyoge! Taiyaki-kun ofte Zwem Taiyaki-kun. Het liedje vertelt het verhaal van een Taiyaki pannenkoekje dat op een dag beslist om weg te lopen van huis en de zee over te zwemmen. Het loopt echter niet goed af, want tegen het einde van de dag beslist hij een hapje te eten en hapt hij in een vishaak. De visser at het pannenkoekje op. De Surinaamse auteur Meina Fillerup schreef in 1965 al een kinderboek met dezelfde verhaalstof. Het is op dit boek dat Diana Dubois zich inspireerde voor dit verhaal van Sonnie, een Surinaamse roti-pannenkoek die van huis wegloopt en de wijde wereld intrekt. Verborgen in het landingsgestel van een vliegtuig komt hij in Nederland terecht waar hij hoort over een internationale pannenkoekenwedstrijd. Het is daar dat hij pannenkoeken van over de hele wereld ontmoet. Tenslotte keert hij terug naar huis waar hij op een bordje in slaap valt. Het verhaal suggereert een positief einde, maar wie tussen de regels leest, weet dat Sonnie snel zal worden opgepeuzeld.

De internationale pannenkoekenwedstrijd vormt de link tussen de twee delen van dit omdraaiboek. Aan de een kant krijg je het verhaal van Sonnie de weggelopen roti-pannenkoek, en als je het boek omdraait, heb je een pannenkoekenbakboek met recepten van over de hele wereld. Het boek presenteert een drieënzeventigtal pannenkoekvarianten en –gerechten in elf hoofdstukjes. In een eerste hoofdstuikk krijgen we twee recepten voor Surinaamse roti-pannenkoeken waarmee je bijgerechten mee opschept zoals tropische vruchten, kip met kerrie of garnalen en komkommer. De poffers in het derde hoofdstuk zijn dikke grote pannenkoeken die in zoete versie of hartige versie met knakworsten worden klaargemaakt in Amerika, Finland, Aruba of Nederland. Voor de gewone zoete of hartige pannenkoek vinden we recepten uit België, Duitsland, Egypte, Frankrijk, Oostenrijk, India, Nederland en Japan. En dat gaat zo maar door in de hoofdstukjes over pannenkoekjes, flensjes, pannenkoekentaarten, -soepen en -ijsjes, poffertjes en poffertjesfundues. Met die laatste worden chocolade- of kaasfondues bedoeld waarbij je poffertjes in de saus dipt. Tussendoor krijg je allerlei leuke weetjes gepresenteerd over pannenkoeken, en het boek bevat verschillende tips voor de kleine kok met diabetes en/of voedselallergie.

De naam van elk recept wordt zowel in vertaling als in de taal van het land van herkomst gegeven. Dat land staat ook telkens bij de recepten vermeld. De receptuur is stap voor stap opgebouwd en op kindermaat gesneden. Dat wil zeggen dat er niets wordt veronderstelt en dat elke handeling wordt vermeld. Deze keuze levert redelijk lange recepten op, maar het voordeel is dan weer dat als ze nauwgezet worden opgevolgd, er weinig kan verkeerd lopen. Naast de recepten staat er telkens ook een ingrediëntenlijst en een lijst van wat je aan materiaal nodig hebt. Om het onderscheid te maken tussen de verschillende onderdelen van het recept (titel, vertaling, land, ingredienten- en materiaallijst en bereidingswijze) wordt er slim gebruik gemaakt van verschillende kleuren.

De illustraties van Diane van Dijk verdienen een aparte vermelding en maakt dat dit boek geen twee boeken is, maar drie. Naast het verhaal over Sonnie de roti-pannenkoek die een stapje in de wereld zet en een pannenkoekenbakboek voor de hele familie, is dit boek immers ook een kijkboek met leuke tekeningen van alle pannenkoeken die Sonnie op de internationale pannekoekenwedstrijd ontmoette. De allerkleinsten vinden hun gading in het verhaal en de tekeningen en de grotere kids (en de volwassenen) kunnen naar hartelust kokerellen en hun pannenkoekenhorizon verbreden. En iedereen zal genieten van het pannenkoekenfestijn.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Sonnie de weggelopen roti-pannenkoek / Sonnie’s Pannenkoekenboek. Bakboek voor de hele familie
Auteur: Diana Dubois
Receptuur: Diana Dubois
Tekeningen: Diane van Dijk
Uitgeverij: Uitgeverij Dubois
Jaar: 2008
Collatie: 128 pp. – ill.
ISBN: 978-90-7581-203-9
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: I
Leeftijd: 9+

donderdag 12 februari 2009

Jamie Oliver & Sandi Scott - Jamie's Kitchen. De basis van het koken.

Wie Jamie Oliver tegen het lijf hoopt te lopen in het Londense restaurant Fifteen (in Hoxton), is eraan voor de moeite. De Britse celebrity chef houdt zich al lang niet meer bezig met de dagelijkse leiding en beslommeringen van het restaurant, en is alleen nog actief als trustee van de charity die het beheer van het restaurant onder zijn hoede heeft. Toch is het restaurant nog doordrenkt van de keuzes die Oliver toendertijd maakte. De kaart vermeldt nog altijd een Italiaans geïnspireerde keuken met eenvoudige bereidingen. Dat laatste is niet alleen een culinaire keuze geweest, maar vloeit voort uit de noodzaak om met koks in opleiding een klasserestaurant uit te baten. Na vijf jaren ‘naked chef’ vond Jamie Oliver het immers hoog tijd om een nieuwe uitdaging aan te gaan. Daarom lanceerde hij in 2002 het idee om een klasserestaurant te openen in London met vijftien kansarme, werkloze jongeren met leerproblemen die hij in amper een jaar tijd zou opleiden tot chefs. Van de uitvoering van dit plan werd een vijfdelige reality soap gemaakt die in 2003 op de Britse zender Channel 4 werd uitgezonden. Deze set van 2 DVD’s bevat de oorspronkelijke vijfdelige serie en de eerste twee vervolgafleveringen die een half jaar later werden gedraaid.

De eerste ontnuchtering komt al bij de laatste screening van de potentiële kandidaten. Terwijl Oliver jongeren had verwacht die zijn passie over voeding deelden, zijn er maar weinigen die ook maar iets zinnigs weten te vertellen over bijvoorbeeld de zilte smaak van een gefrituurde oester. De jongeren beheersen niet eens het onderscheid tussen de vier basissmaken (voor umami is het zeker nog te vroeg). Het kost Oliver en zijn team alle moeite om vijftien geschikte kandidaten te vinden tussen de meer dan 1.000 jongeren die zich hadden opgegeven. Voor de jongeren zelf is de verkorte spoedopleiding van zeven maanden op de school waar Oliver zelf zijn basis meekreeg niet evident. Op tijd komen, een gepaste discipline en gedrag vertonen en letterlijk bij de les blijven, blijken de grootste problemen te zijn. Elf van de vijftien kandidaten zakken dan ook voor hun eerste examen. Tijdens de eerste maanden van de opleiding komt Jamie Oliver zelf maar tussenbeide als het echt te gortig wordt. De momenten waarbij Oliver kordaat maar empathisch de jongeren de nodige peptalk toedient, behoren tot de mooiste fragmenten uit de serie. Tijdens die gesprekken krijgen we een glimp van de echte Jamie Oliver te zien die eerlijk begaan is met het lot van deze jongeren. Zo benadrukt hij een paar keer dat hij ook nooit een goede student is geweest, en bekent hij dat hij eigenlijk niet kan spellen vanwege zijn dislexie. Zijn boeken dicteert hij dan ook gewoon op een apparaatje waarna ze worden uitgetikt.

Doorheen het verhaal van de jongeren worden nog verschillende andere verhaallijnen geweven die de kijker eraan doen herinneren dat het nog altijd om een vorm van personality show gaat. Oliver krijgt bijvoorbeeld hommeles met de aannemers die van een leegstand pand een restaurant moeten maken en daar niet op tijd en binnen het budget in slagen. Het wordt zelfs zo erg dat zowel zijn huis als zijn kantoor als onderpand moeten dienen voor de lening die hij bij de bank moet afsluiten. De verbouwing en installatie van het restaurant kost hem een duizelingwekkende 2 miljoen pond (uit eigen zak) wat hem in een precaire financiële situatie brengt. En die stress kan hij best missen, want tussen de bedrijven door werkt hij ook nog eens aan een boek, moet hij contractuele verplichtingen nakomen zoals een promotrip naar Japan en de Verenigde Staten, en is zijn vroum in verwachting van hun eerste dochter.

In de derde aflevering slaat een cursist de nagel op de kop en vertaalt ze wat de achterdochtige kijker inmiddels al vermoed, namelijk als ze Jamie Oliver confronteert met de perceptie van de buitenwereld, namelijk of de hele onderneming geen promostunt is van de celebrity chef. Oliver weet dit op een integere manier te pareren en wint daarmee het grenzeloze vertrouwen van de jongeren.

Het restaurant gaat uiteindelijk toch open met Jamie Oliver als chef en de overblijvende jongeren in de keuken. Tijdens die laatste afleveringen zien we weer een andere kant van het leven als Jamie Oliver. Terwijl hij een restaurant probeert te runnen waar de nadruk op de kwaliteit van het eten ligt, zorgt zijn bekendheid ervoor dat het uitgroeit tot een toeristische attractie. Zijn werk in de keuken moet hij constant onderbreken voor een foto met de klanten of voor het signeren van boeken. De werkdruk in de keuken is ook voor enkele jongeren teveel en aan het einde van de rit blijven er nog een zevental koks over waarvan er vijf hun einddiploma halen. In de laatste aflevering zien we Jamie Oliver bij de selectie van de tweede groep jongeren die het restaurant het daaropvolgende jaar draaiende moeten houden.

Fifteen is ondertussen uitgegroeid tot een sterk concept en er openden al restaurants met opleidingsprogramma’s in Amsterdam, Cornwall en Melbourne.

Deze DVD set geeft de complete serie van Jamie’s Kitchen zonder enige extra’s. Een menu laat je toe alle afleveringen na elkaar te bekijken of één aflevering te selecteren. That’s it. Voor de recepten en de technieken die de jongeren uit de serie aangeleerd krijgen, kan je terecht in het boek Jamie. De basis van het koken (Kosmos, 2006) dat n.a.v. deze reeks op de markt kwam als Jamie’s Kitchen (Michael Joseph, 2002).

Jamie’s Kitchen is vijf en een half uur culinaire reality TV met een sociale inslag. Het personality gehalte werd zorgvuldig gedoseerd. Het behoort tot het beste wat Jamie Oliver op het scherm heeft losgelaten.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Jamie’s Kitchen. De basis van het koken
Starring: Jamie Oliver
Regisseur: Sandi Scott
Producent: FremantleMedia Ltd & Fresh One Productions
Uitgeverij: Memphis Belle International / Standaard Uitgeverij
Jaar: 2009
Speelduur: 336 min
Media: 2 x DVD9
ISBN: 978-90-8941-333-8
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: I

woensdag 11 februari 2009

Harold Hamersma & Hubrecht Duijker - Wijnalmanak 2009. De beste wijnen onder € 5,-

Wijn kan me maar matig interesseren. Geef mij maar de doordrinkbaarheid en de complexiteit van bier waarbij de hopbitters net dat beetje extra geven. Ik geef dus zelden veel meer dan € 5 uit aan een fles die steevast in een of ander gerecht terecht komt, waar het zijn functie ten volle kan spelen bij het langzame proces van de smaakontwikkeling. Deze Wijnalmanak 2009 – de negentiende op rij – is dus een praktische gids voor mij, ware het niet dat ik in Vlaanderen woon.

De doorwinterde wijnschrijvers Harold Hamersma en Hubrecht Duijker proefden voor deze wijnalmanak 3.400 wijnen tot en met 5,50 euro en selecteerden er bijna 1.200 die in deze gids staan. Elke fles ging gemiddeld 23 keer door de handen van de proevers die de klus in drie maanden wisten te klaren. Een waar huzarenstukje, want zijn dat niet gemiddeld 37 flessen per dag die moeten worden geproefd? In het hoofstukje ‘gebruiksaanwijzing’ legt Hamersma uit hoe dat in zijn werk gaat. Bij het proeven – waarna de wijn niet wordt ingeslikt maar wordt uitgespuwd – zit er na 50 wijnen al 0,5 promille in het bloed, opgesnoven met de neus en geabsorbeerd door de slijmvliezen. Elke dag officieel bezopen zijn is dan ook het resultaat van zoveel toewijding en discipline.

Het boek presenteert de wijnen per kleur: droge witte, rode en rosé. Die zijn nog eens onderverdeeld in land, herkomstgebied, type of druivensoort. Alle wijnen kosten maximaal 5,50 euro en zijn, althans in Nederland, verkrijgbaar in het assortiment 2009. In de inleidende hoofdstukken staan nog eens allerlei overzichtjes, zoals de beste huiswijnen, Chardonnays, Cabernet Sauvignons, Merlots, Syrah en biologische wijnen. Alhoewel aangekondigd, vond ik nergens het lijstje met de beste Sauvignon Blancs. Achteraan zijn twee indexen opgenomen: eentje met alle supermarkten en importeurs en de wijnen waarmee ze in de Wijnalmanak staan, en eentje op naam van de wijn met paginaverwijzing. Een en ander is ook te lezen op de website www.wijnalmanak.nl waarop een aantal teksten uit het boek zijn gepubliceerd. Harold Hamersma houdt de lezer vanop zijn blog trouwens op de hoogte van zijn nieuwste vondsten onder de 5 euro.

Van alle wijnen worden minimaal de etiketnamen, de prijsindicatie, een proefnotitie, de wijnimporteur en het percentage alcoholvolume vermeld. Opvallend hierbij is dat het soms protserige proefvocabularium dat een beetje wijnkenner graag gebruikt, volledig achterwege wordt gelaten zodat de proefnotities voor iedereen goed te volgen zijn. Alleen al hiervoor verdienen de auteurs een eervolle vermelding. Ongeveer een derde van de opgenomen wijnen zijn te lekker voor weinig geld en krijgen daarom één, twee of drie sterren toebedeeld. Al deze sterrenwijnen staan in een apart kader met foto van de fles en een passend foodpairing advies.

Dat deze uitgave van de Wijnalmanak focust op de lagekostwijnen is een perfect getimede optie gebleken waarbij heel wat mensen hun voordeel zullen doen. Want zeg nu zelf, wie pakt nu niet graag uit met een kwaliteitsvol wijntje door kenners aangeprezen dat nog budgetvriendelijk is bovendien?

[Edward Vanhoutte]


Titel: Wijnalmanak 2009. De beste wijnen onder € 5,-
Auteur: Harold Hamersma & Hubrecht Duijker
Fotografie: Piet Gispen Photography
Uitgeverij: Spectrum
Jaar: 2008
Collatie: 568 pp. – ill.
ISBN: 978-90-274-8126-9
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II

maandag 9 februari 2009

Mirjam van der Rijst & Marcel van Driel - Kookboek voor meisjes van 8 tot 88

Ik ben gek op gebonden boeken met leeslint. Dit Kookboek voor meisjes van 8 tot 88 heeft er twee, dus de eerste indruk is al positief. Ik ben ook gek op kookboeken waarbij de fotografie prominent aanwezig is en een meer dan functionele rol heeft. In dit kookboek is dat zeker het geval. Hoewel de titel een duidelijke keuze maakt, is het zelfs niet helemaal duidelijk of dit een kookboek is met fantastische foto’s of een fotoboek met fantastische recepten. Fotograaf en styliste worden samen als auteur genoemd, de tekstschrijver verdwijnt in de aanwezigheid van zijn teksten, de foodstylisten zijn de chefs, en de vormgeefster/illustrator knutselde allerlei in elkaar. Niets is wat het lijkt in dit boek, behalve de gerechten. De geportretteerde meisjes lijken zo weggestapt uit de realiteit maar zijn tezelfdertijd onbereikbare droomwezens. De sfeer van de fotografie vertelt een completer verhaal dan de teksten. De styling voegt er vaak een on(be)grijpbaar randje aan toe. De laarsjes uit koeievacht bij het plattelandmeisje bijvoorbeeld, of de blote navel bij de groen(t)e meisjes. Deze portretten met een hoog lolita-gehalte zijn veruit de meest gestileerde uit het boek, maar net daarom zo interessant. Die voortdurende exploratie van de gedroomde werkelijkheid maakt de vraag of de meisjes zelf de recepten hebben aangedragen ook irrelevant. Hoe de recepten functioneren binnen het concept is belangrijker dan waar ze vandaan komen.

De Amsterdamse mode-, portret- en beauty-fotograaf Marcel van Driel fotografeerde vijftien soorten meisjes in hun eigen habitat: keukenprinsessen, meisjes van plezier, groen(t)e meisjes, verliefde meisjes, meisjes van minstens 80, zwangere meisjes, winterkoninginnen, boerenmeisjes, viswijven, zoete meisjes, meisjes van de camping, theetantes, brutale meiden, Javaanse meisjes en geen echte meisjes. Een treffende tekst van Joris van de Weerdt creëert telkens een realiteit die door de styling van Mirjam van der Rijst en de fotografie en wordt vormgegeven. Bij elk van de meisjes horen zeven of acht gerechten - gestyled door Sabrina Hessels en Sander de Ponti - die achteraan het boek worden opgelijst per soort gerecht. Dit boek bevat een breed scala aan recepten voor voorgerechten, hoofdgerechten, desserts en gebak, maar ook voor de lunch, bijgerechten, sauzen, hapjes en drankjes.

De receptuur is overzichtelijk opgesteld en duidelijk geschreven. Bij elk recept wordt aangeduid wat voor soort gerecht het is, voor hoeveel personen, en hoe lang de bereidings- en rusttijden zijn. In verschillende tips bij de recepten worden variaties of bijkomende informatie meegegeven.

Dit is meer dan gewoon een leuk kookboek. Dit is een fotoboek, een kookboek, een droomboek. Leesbaar, kijkbaar, bruikbaar, geefbaar. Dit is een kookboek voor meisjes en jongens van 8 tot 88.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Kookboek voor meisjes van 8 tot 88
Auteur: Mirjam van der Rijst, Marcel van Driel, Joris van de Weerdt, Sabrina Hessels, Sander de Ponti, Leonie Bos
Receptuur: Sabrina Hessels & Sander de Ponti
Fotografie: Marcel van Driel
Uitgeverij: Mo’media
Jaar: 2008
Collatie: 320 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5767-328-8
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II

zaterdag 7 februari 2009

Nicola Graimes - Kinderkookboek. Lekker & Gezond

Nooit werden er meer kinderkookboeken uitgegeven dan de laatste jaren. Dat de vertaalde boeken het daarbij meer dan eens moeten afleggen tegenover de van origine Nederlandstalige boeken is niet eens zo verwonderlijk. De aankoop en vertaling van buitenlandse titels maakt dat die soms jaren later dan het origineel op de Nederlandstalige markt komen, waarbij de kans op gedateerdheid van concept en uitwerking niet uit te sluiten valt. Daarenboven laten kookboeken zich niet zomaar vertalen. Wat populaire gerechten zijn in pakweg Duitsland, Frankrijk, Australië of Groot-Brittannië zijn soms onbekend in Vlaanderen en Nederland. Daarenboven verschilt het buitenlandse perspectief op voeding en gezondheid soms grondig van de onze.

Dat is al meteen duidelijk in de inleiding bij dit boek dat een vertaling is van het Britse Children’s healthy & fun cookbook (Dorling Kindersley, 2004). Omdat de focus in dit boek ligt op gezond koken, wordt er in de inleiding aandacht besteed aan koolhydraten, eiwitten, suikers en vetten. Dit is in een Britse context evident, omdat het opvoedingsmodel over gezonde voeding opgebouwd is rond deze concepten. In Vlaanderen en Nederland, daarentegen, wordt gebruik gemaakt van de voedingspiramide waarin vijf of zes (afhankelijk van het gebruikte model) voedingsgroepen worden beschreven. Een referentie aan dit model zou in een goede vertaling van het boek niet mogen ontbreken.

Over het algemeen doet het boek heel hard zijn best om van een recept een gezond recept te maken door er in de hoofdstukken ‘Ontbijt’, ‘Toetjes’ en ‘Lekker bakken’ bijvoorbeeld, noten, havervlokken, tarwevlokken of gedroogd fruit in te verwerken. Behalve dat dit soort van neo-bio-hippiekoken resulteert in een bijzonder lastig mondgevoel, ken ik maar weinig kinderen die hier ook tuk op zijn, maar gezond is het wel. In de hoofstukken ‘Kleine gerechten’ en ‘Hoofdgerechten’ wordt er pas echt gekookt en wordt er gezocht naar evenwichtige maaltijden. Het is dan ook vooral in deze hoofdstukken dat de verdienste van dit kookboek ligt. Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een soort collagepagina met weetjes, verwijzingen, tips en foto’s over het betreffende onderwerp. Het hoge informatiegehalte wordt ook consequent doorgetrokken in de recepten waar tips, variaties en weetjes in aparte kaderstukjes worden gegeven, en waar voedselfeitjes focussen op productinformatie en uitleggen waarom een bepaald voedingsmiddel gezond is. De receptuur is zeer aanschouwelijk opgevat met duidelijke stap-voor-stap foto’s waaronder de teksten staan. Twee soorten iconen waarschuwen wanneer er extra op de veiligheid moet worden gelet en wanneer de hulp van een volwassene welkom is. Ook de ingrediënten- en materiaallijst worden met miniatuurfotootjes geïllustreerd. Elk recept vermeldt de voorbereidings- en kooktijden.

Alles samen presenteert dit boek 91 recepten en tonnen aan informatie en weetjes over gezond eten en koken. De verklarende woordenlijst achteraan het boek maakt de teksten toegankelijker. Dit kinderkookboek is zeker niet van het beste of het mooiste wat er op de markt is, maar maakt wellicht wel aanspraak op de titel van het meest informatieve.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Kinderkookboek. Lekker & Gezond
Auteur: Nicola Graimes
Receptuur: Nicola Graimes
Fotografie: Howard Shooter
Uitgeverij: Uitgeverij Kluitman
Jaar: 2008
Collatie: 128 pp. – ill.
ISBN: 978-90-2069-140-5
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: I
Leeftijd: 9+

woensdag 4 februari 2009

Charlotte Borggreve & Gerda Hahn - ff-tjes koken: rondje Europa / EZ Cookin’: tour of Europe

Over de kleuren, geuren en smaken van de typische gerechten van een land kan lyrisch worden gedaan, maar het kan ook enoge vorm van aversie opwekken. Zo zat ik eens twee dagen en een nacht op een trein van München naar Athene met vier zonnebloempitten-spuwende Grieken die luidruchtig een karrevracht gehaktballetjes met een uitzonderlijk sterke lookgeur verorberden. Mijn mening over de Griekse bevolking en de authentieke Griekse keuken was onmiddellijk gevormd nog voor ik het land zelf had betreden. Gelukkig kon ik dit beeld grondig bijstellen toen ik de rijke diversiteit van de Griekse keuken ter plaatse ontdekte. Anders had ik beslist nog altijd een zekere aversie gehad tegenover alles wat Grieks is.

Deze anekdote illustreert dat appreciatie voor een volk en een land dikwijls afhankelijk zijn van de appreciatie van de nationale keuken. Of zoals Laurens Jan Brinkhorst, de Nederlandse oud-minister, oud-europarlementslid en inleider van dit boek, het stelt: ‘Elk Europees land heeft zijn eigen cultuur en het is heel leuk en interessant om daarmee kennis te maken. Gerechten horen ook bij de cultuur, dus als je eens een gerecht uit een ander land kookt, leer je er al een heleboel over en ga je zo’n land meer waarderen.’

Met dit basisconcept werden 27 in Nederland wondende kinderen die hun roots in evenveel landen van de Europese Unie hebben, in 2007 uitgenodigd om samen te koken voor een uitgelezen gezelschap van negen ambassadeurs met hun gasten. Aanleiding was de vijftigste verjaardag van het Verdrag van Rome dat het startschot was van de EU. Elk kind presenteerde er gerechten uit de eigen traditie en al kokende ontdekten ze de overeenkomsten en verschillen tussen de landen en hun gerechten.

In dit boek bundelden Charlotte Borggreve en Gerda Hahn, die vroeger al het qua titel verwante kookboek ff koken (Becht, 2006) uitbrachten, zowel de verhalen als de typische recepten. Deze laatste werden herschreven voor kinderen van de basisschoolleeftijd. Het boek is tweetalig Nederlands-Engels ‘zodat alle kinderen uit de EU ze kunnen lezen’. Dat dat nogal eens kan tegenvallen, behoeft geen betoog. Wat de uitgever en de auteurs waarschijnlijk bedoelen is ‘zodat alle kinderen uit de EU die in Nederland wonen ze kunnen lezen’.

Elk land krijgt vier bladzijden toebedeeld waarvan er twee in elke taal zijn. Op de eerst bladzijde krijgen we telkens een voorstelling van het land met anekdotes en enkele wetenswaardigheden over de eetgewoontes en de voeding, en een portret, met foto, van het kind in kwestie. Op de volgende bladzijden worden dan een of meerdere recepten afgedrukt. Boven elk recept staat de naam van het gerecht in de specifieke taal, en na het recept staat de formule voor ‘smakelijk’ ook in de taal van het land in kwestie – bij het Belgische recept staat er om onverklaarbare reden tweemaal ‘Smakkelijk’. De receptuur is toegankelijk geschreven en kan met wat assistentie van ouderen door elk kind van de basisschool worden uitgevoerd. De layout is leuk, en maakt gebruik van de nationale kleuren van elk land. De fotografie van Gerhard Witteveen en Moniek Polak is illustratief. Vooral de reportagefotografie is bepalend voor de sfeer van het boek.

Kinderen met een gezonde belangstelling voor andere culturen die gewonnen zijn voor de Europese idee zullen hun hartje ophalen bij dit boek. De portretten van leeftijdsgenoten scherpen die belangstelling beslist nog aan. Maar ook voor de wat oudere lezer is dit een geslaagd en mooi boek geworden. Wie een culinair rondje Europa wil lopen, kan zeker in ff-tjes koken terecht. Smakkelijk!

[Edward Vanhoutte]

Titel: ff-tjes koken: rondje Europa / EZ Cookin’: tour of Europe
Auteur: Charlotte Borggreve & Gerda Hahn
Fotografie: Gerhard Witteveen & Moniek Polak
Uitgeverij: Becht / J.H. Gottmer
Jaar: 2008
Collatie: 126 pp. – ill.
ISBN: 978-90-230-1217-7
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: I
Leeftijd: 8+

maandag 2 februari 2009

Erica Bänziger & Michel Brancucci - Het gouden pompoenenboek

Een groot deel van onze voedingsmiddelen hebben we te danken aan de Spaanse conquistadores die ze in de vijftiende eeuw in de Amerika’s ‘ontdekten’ en meebrachten naar het Europese contintent. Zo bijvoorbeeld ook de pompoen. Toch sloeg die niet meteen aan en het zou tot ver in de twintigste eeuw duren vooraleer men deze groente (of vrucht) bij ons culinair naar waarde zou schatten. Maar met zijn lijnvriendelijke samenstelling (ca 95% water) is het een topper in de hedendaagse keuken waar ze al lang niet meer alleen wordt verwerkt in soepen of taarten.

In dit Gouden pompoenenboek, het zoveelste deel uit een verzorgde reeks van Uitgeverij De Lantaarn, presenteert de Zwitserse voedings- en gezondheidsdeskundige Erica Bänziger 54 recepten die de culinaire veelzijdigheid van pompoen illustreren. Vanzelfsprekend horen hier een aantal soepen bij waarbij pompoen wordt gecombineerd met kokos, aardappels, wortels, aardpeer, kastanjes of linzen en waarbij de toevoeging van rijst of penne voor een maaltijdsoep zorgen. Ook in voorgerechten laat pompoen zich makkelijk verwerken. Bänziger geeft zes recepten voor o.a. tapenade, blini’s en een zeer geslaagde terrine. De vegetarische keuken is het stokpaardje van de auteur en dat is te merken aan de lengte van dit hoofdstuk. Maar liefst zestien recepten passeren de revue: van koekjes en beignets met pompoen, over ovenschotels, pasta’s, wafeltjes tot ragout, wok en risotto. Voor wie wel van vlees en vis houdt, geeft Bänziger negen recepten met o.a. kip, kalfslever, lamsvlees, zwaardvis en garnalen. Zowel hartig als zoet gebak profiteren van de typische smaak van pompoen. Van elke soort gebak zijn er in dit boek zes recepten opgenomen, waaronder natuurlijk de traditionele pompoentaart, een variant met chocolade en een hartige versie met rozemarijn en tijm. Quiche, pizzadeeg en muffins behoren ook tot het hartige aanbod. Met nog twee recepten voor parfaits die als dessert worden geserveerd sluit dit receptendeel af. Een gemengd register op ingrediënten, gerechtnaam en -soort maakt dit boek vlot consulteerbaar, en achteraan zijn nog drie bladzijden voorbehouden voor lezersnotities.

De recepten zijn stapsgewijs opgesteld en zijn goed te volgen. Van de meeste gerechten wordt ook een bewerkte foto van Andreas Thumm (en niet 'Andrea' zoals in het colofon staat) afgebeeld met een passend gloed-effect.

Het eerste deel van het boek werd geschreven door de Zwitserse bioloog-entomoloog en pompoenkenner Michel Brancucci. Na een meditatie over de taalkundige en etymologische oorsprong van de verwarring omtrent pompoennamen in verschillende namen, krijgen we informatieve en helder geschreven teksten over de teelt, de verzorging, de oogst en de bewaring van de pompoen, en krijgen achttien pompoensoorten een identikit met foto.

Wie met een rijke pompoenoogst wordt geconfronteerd of wie eens iets anders wil dan de traditionele pompoensoep en -taart, vindt met deze Nederlandse vertaling van Das Kürbis Kochbuch (Edition Fona, 2004) zeker zijn gading. Het is een waardig deel uit de Gouden-reeks van De Lantaarn.

[Edward Vanhoutte]


Titel: Het gouden pompoenenboek
Auteur: Erica Bänziger & Michel Brancucci
Receptuur: Erica Bänziger
Fotografie: Andreas Thumm
Uitgeverij: De Lantaarn
Jaar: 2008
Collatie: 120 pp. – ill.
ISBN: 978-90-5426-327-2
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II