Na een eigen eetwinkel (en cateringbedrijf) op het Amsterdamse eiland IJburg, vertrouwden boerenjongens Eke Mariën en Lenno Munnikes de geheimen van hun ambachtelijke meeneemmaaltijden en broodjes toe aan het papier. Bij hen eet je je broodje of maaltijd uit biologisch afbreekbare en recycleerbare verpakkingsmaterialen. In het Boerenjongenskookboek hanteren ze dezelfde filosofie. Ze keren er terug naar een biologische basis, aangezien ze alleen producten gebruiken die vers van het land komen, en het liefst nog uit de buurt. Op lange termijn is dat niet alleen goed voor de dieren, maar ook voor ons, de consumenten. Kortom, de hoofdingrediënten van Boerenjongenskookboek zijn de seizoensgebondenheid en de streekgerechten.
Per seizoen worden twee volledige weekmenu’s aangeboden. Om de recepten gemakkelijk te typeren hebben Eke Mariën en Lenno Munnikes de zeven dagen beschreven. Maandag staat voor gemakkelijke gerechten, dinsdag is de vitaminedag, op woensdag wordt er tijd vrijgemaakt voor de kinderen, donderdag wordt er na de fitness snel een potje gekookt – is daarom de mayonaise kant-en-klaar? – en op vrijdag komen de hongerige vrienden langs. Zaterdag wordt er even uitgepuft van de werkweek, en worden er koude maaltijden geserveerd. Uiteraard krijgen de lekkere hapjes (met een bijbehorend wijntje) een plekje op zondag.
Hoewel er een strikte afbakening in de seizoenen wordt nageleefd, staat het gerecht ‘Stoofvlees met spek, zilverui en rode kool’ in de categorie ‘lente’. Terwijl Mariën en Munnikes later zelf toegeven dat het een wintergerecht is. Verwarrend.
Toch is het vreemd dat de boerenjongens dwepen met inheemse producten, als zelfs hun bedrijfsnaam verwijst naar een exportproduct. Boerenjongens zijn namelijk in brandewijn ingelegde rozijnen. En die inconsequentie is ook aan te treffen in hun recepten. Zo gebruiken ze brood uit Rotterdam, omdat enkel het brood van bakkerij Vanmenno een knapperige broodkorst zou hebben. Ook zijn alle gerechten standaard voorzien van niet-Hollandse basisproducten als rijst, pasta, kruiden of couscous. Hoewel in de inleiding uitvoerig geschermd wordt met terroir, is het hard zoeken om die terug te vinden. Met een beetje moeite kan je misschien van een Hollands mediterrane stijl spreken.
Het merendeel van de gerechten heeft echter krachtige smaakcombinaties zoals het duo venkeltaart - blauwschimmelkaas. Met een extra vermelding voor de salade met pompoen, sinaasappel en oude geitenkaas. De kruidige dragon blijkt perfect gezelschap voor de rauwe pompoen te zijn.
De extra’s: er staat informatie in over vergeten/onbekende groenteparels als meiknol, postelein en pastinaak en gele bieten. De heren duiden ook al hun vaste leveranciers voor kaas, vis, vlees en groenten aan. Daarnaast kon er natuurlijk ook geen groenten- en fruitkalender ontbreken.
Het boek is mooi vormgeven: het omslag bestaat uit een Brabants (blauw) bontje, ook de schrijfletter is bijzonder.
Hoewel de biologische teelt tegenwoordig commerciëler dan ooit lijkt te zijn, kan je de boerenjongens bezwaarlijk aanvallen op hun ethiek. Ze doen tenslotte met liefde hun werk en blijven steeds op zoek naar unieke smaken. En die inzet, dat smaak je. Althans, dat was wat ik proefde toen ik onlangs niet langer aan de verlokking van hun zelfgedraaide worst kon weerstaan.
[Femke Vandevelde]
Titel: Boerenjongenskookboek. Eerlijke gerechten van het land
Auteur: Eke Mariën & Lenno Munnikes
Fotografie: Rob van der Vet
Uitgeverij: Karakter Uitgevers
Jaar: 2009
Collatie: 184 pp.
ISBN: 978-90-611-2927-1
Kwalitatieve beoordeling: ****
Moeilijkheidsgraad: II
Geen opmerkingen:
Een reactie posten