Katrien Cocquyt verdiepte zich na haar studies van diëtiste in alternatieve voedingssystemen. Ze is actief als natuurvoedingsconsulente en shiatsutherapeute. Als je al die activiteiten samenbalt op papier, kom je tot het boek Vijf seizoenen op je bord. Vijf ja, want volgens Cocquyt bestaat er ook zoiets als de nazomer. Cocquyt beweert dat je ieder seizoen andere producten en bereidingswijzen nodig hebt om in balans te zijn. De codewoorden zijn dan ook niet toevallig zuiveren en heropladen. Ze volgt de principes van yin en yang en probeert zo de oosterse cultuur met westerse inzichten te verzoenen. Een filosofie als een andere. Ware het niet dat ze daar vervolgens een onwetenschappelijk vervolg aan breit. Uit de dynamiek van yin en yang ontstaan volgens haar vijf fases van ‘verandering’: boom (lente), vuur (zomer), aarde (nazomer), metaal (herfst) en water (winter). Say no more.
Tijd om mij op de macrobiotische recepten te concentreren. Zout wordt amper gebruikt, dierlijk vet en cholesterol wordt zoveel mogelijk vermeden. Alles wordt afgekruid met oosterse kruiden als soja, miso, sesam, shoyu,… Dat is niet noodzakelijk slecht, maar het zorgt minstens voor een monotone smaakbeleving. Cocquyt weigert ook om vleesfonds te gebruiken, terwijl een vleesfond – bruin of blank – op zich mager is. Bovendien wordt een fond gemaakt van beenderen en bevat hij daarom dus geen vlees. Haar versie van bruine saus, gemaakt van water, shoyu en sesamolie is veel vetter en haalt het qua smaak in de verste verten niet van een echte bruine fond. En die smaakverarming kan je eigenlijk doortrekken naar zeer veel van de recepten. Desondanks komt ze in haar soepen tot gebalde combinaties: de venkelcourgettesoep met basilicum is fris, kruidig en heel lekker.
Sommige recepten hebben dan weer te veel van het goede. Ik denk aan haar versie van konijn op zijn Orvals. Ze voegt achtereenvolgens gember, gedroogde pruimen, gedroogde mango, appel, kardemom, kaneel, speculaas, zoetzure zilverui, peperkoek en chocolade (is Orval niet al bitter genoeg?) toe. Afzonderlijk is geen enkel product slecht gezelschap voor het konijn. Maar de potpourri zorgt ervoor dat de smaak van het bier verloren gaat. Dat is nog niet alles. Nadat Cocquyt het konijn op die manier heeft klaargemaakt, serveert ze het nog met pasta, broccoli, wortel en witloof.
Soms is ze gewoon fout in haar bereidingen, vooral dan wat betreft naamgeving. Aardappelgratin (gratin dauphinois) is volgens mij nog steeds rauwe fijne schijfjes aardappelen in een beetje melk of room in de oven garen, gegratineerd met kaas. Wat zij maakt is een soort van lasagne van spinazie, aardappelschijfjes, ajuin, afgewerkt met tofu en amandelpoeder, waarbij het geheel nog eens bevochtigd wordt met sojacuisine. Ook met pesto doet ze ongeoorloofde dingen. Pesto is een klassieke Italiaanse koude saus (noodzakelijk) bestaande uit basilicum, parmezaan, olijfolie, pijnboompitten en look. Haar versie bestaat slechts uit peterselie, basilicum, amandel, olijfolie, umeboshipasta en water.
Vijf seizoenen op je bord is een boek dat eigenlijk ook kritisch besproken zou moeten worden door een organisatie als Skepp, vooral voor zijn pseudowetenschappelijke inhoud. Hoewel de recepten van een gemiddeld niveau zijn, kon ik mij niet ontdoen van een bespreking van het kader van dit boek. Harmonie riep Vijf seizoenen op je bord niet bij me op. Ik zorg wel op een andere manier voor mijn gemoed.
[Femke Vandevelde]
Titel: Vijf seizoenen op je bord
Auteur: Katrien Cocquyt
Fotografie: Andrew Verschetze & Joris Devos
Uitgeverij: Davidsfonds
Jaar: 2009
Collatie: 299 pp.
ISBN: 978-90-582-6645-3
Kwalitatieve beoordeling: **
Moeilijkheidsgraad: I
2 opmerkingen:
Hoi,
Ik zie in de RSS reader nu ook ineens het plaatje ipv alleen de titel. Hoe heb je dit gedaan?
Het gaat je goed Femke.
Groetjes,
Thomas
Een reactie posten