De zesde generatie van de familie Consael bakt nog altijd Brusselse wafels met de originele wafelijzers die ondertussen bijna anderhalve eeuw oud zijn. Dit is in een notendop het uitgangspunt van het boek Brusselse wafels en andere heerlijkheden waarin Jan Gheysen in een eerste deel de familiegeschiedenis van Yves Consael, uitbater van het huidige etablissement Max in Gent uit de doeken doet en in een tweede deel vijfendertig (oude) recepten presenteert van wafels, wafeltjes, pannenkoeken, poffertjes, flensjes, appelbollen, kattentongen, eierkoekjes enzovoort. Aan de hand van uniek fotomateriaal, het familiearchief van de Consaels en interviews met de zesde generatie directe afstammelingen die het wafelenbakwerk van stamvader Maximilien Consael sinds 1980 weer nieuw leven hebben ingeblazen, vertelt Gheysen op een geanimeerde manier (maar in een klein lettertype) het wonderbaarlijke verhaal van reizende kramen die kermissen en foren aandeden met gebak van vers deeg. Vanaf het midden van de negentiende eeuw reisde het Max-kraam vooral naar de grote kermissen van Amsterdam en Rotterdam, en pas in de twintigste eeuw werden de Belgische kermissen van Luik, Brussel, Antwerpen en Gent aangedaan. Om het bedrijf te vrijwaren van familiale ruzies, werd al zeer vroeg de regel ingevoerd dat de oudste zoon automatisch de rechthebbende opvolger was en als enige in de familie de merknaam Max mocht voeren. De broers en zussen kregen hun rechtmatig deel uitbetaald en startten soms onder de eigen familienaam een bakzaak op. De samenstelling van het deeg werd generatie op generatie doorgegeven aan die oudste zoon die, in een afgesloten kamertje ver van mogelijke pottenkijkers, het voorrecht had om elke morgen het deeg te maken. De concurrentie lag immers constant op de loer op het geheim van het deeg te achterhalen. In dit boek benadrukt de auteur echter dat niet alleen de recepten, maar ook het materiaal, met name de anderhalve eeuw oude wafelijzers, bepalend zijn voor de unieke smaak van de authentieke Brusselse wafel, bijvoorbeeld, die voor het eerste werd gepresenteerd op de Brusselse kermis van 1856.
In dit boek wordt de geheime receptuur van die Brusselse wafel en de andere Max-specialiteiten natuurlijk niet vrijgegeven, en net hier wordt de lezer door de persteksten wat op het verkeerde been gezet. In de plaats presenteert de auteur vijfendertig recepten die weliswaar tot de favoriete lekkernijen behoren van de huidige uitbater van het Etablissement Max, maar niet uit het familiale receptenboek komen. Het feit dat geen enkele telg van het Consael-geslacht volgens het colofon teksten heeft geleverd voor dit boek, bewijst deze stelling. De stap-voor-stap handleidingen en de duidelijke ingrediëntenlijsten staan, samen met de ervaring van de bakker, garant voor een resem heerlijke lekkernijen die ook zonder eeuwenoude bakijzers thuis bereid kunnen worden. Doorheen het receptendeel van het boek wordt ook kwistig gestrooid met leuke historische weetjes over de familie Consael en hun bakbedrijf. Helaas putte de auteur hiervoor vooral uit het eerste deel van het boek, en valt zo in herhaling voor de lezer die dit boek in zijn geheel wil lezen.
[Edward Vanhoutte]
Titel: Brusselse wafels en andere heerlijkheden
Auteur: Jan Gheysen
Fotografie: Tom Swalens
Uitgeverij: Lannoo
Jaar: 2006
Collatie: 112 pp. – ill.
ISBN: 90-209-6659-6
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II
Geen opmerkingen:
Een reactie posten